Hartgespan is een middelhoge tot hoge, bossige zomerbloeier met driespletige bladeren die grof en ongelijk gezaagd zijn. De kleine, roze bloemen hebben kelktanden die uitlopen in een stekende punt. Na de bloei verhouten de stengels, die door zoogdieren verspreid worden. Hartgespan groeit op vochthoudende, humeuze en stikstofrijke grond en is zeldzaam geworden, mede doordat verwildering uit tuinen afneemt.
Het areaal van hartgespan strekt zich uit over de gematigde streken van Europa tot Centraal-Azië. In het oosten van Noord- Amerika is de soort ingeburgerd. In Europa ontbreekt hartgespan enkel in delen van het Iberisch Schiereiland, het zuiden van Italië en Griekenland, en in Noord-Scandinavië. In Wallonië is hartgespan een (zeer) zeldzame en achteruitgaande soort (SAINTENOY-SIMON 1999).
In Vlaanderen is hartgespan zeer zeldzaam en komt de soort verspreid voor. Enkel in de Duinen, en dan vooral aan de Westkust, is ze minder zeldzaam.
Hartgespan is een middelhoge tot hoge, bossige zomerbloeier. De bladeren zijn driespletig met grof en ongelijk gezaagde, soms nog eens gespleten slippen; de onderste bladeren zijn handvormig gespleten (als een esdoornblad). De kleine, dicht opeenstaande bloemen hebben een roze kroon. De kelktanden lopen uit in een stekende punt; de onderste twee zijn omlaag gekromd. Na de bloei verhouten de verdrogende stengels; ze worden in hun geheel door zoogdieren verspreid, waarbij de kelktanden als haken dienen.
Hartgespan, dat waarschijnlijk uit Azië stamt, is als geneeskruid over de gematigde zone van Eurazië verspreid en is ook in Noord-Amerika ingevoerd. In Nederland was het nooit bijster algemeen, maar het is in alle provincies aangetroffen, het meest in Zuid-Limburg, op de Veluwe en de Utrechtse heuvelrug en in de duinstreek. In de loop van de 20ste eeuw is het uiterst zeldzaam geworden. Hoewel dit kruid in het vergeetboek is geraakt, valt zijn kalmerende werking vooral op de bloedsomloop niet te ontkennen.
Hartgespan is een plant van ruigten op vochthoudende, humeuze, zeer stikstofrijke en vaak tevens kalkrijke grond. Oudere vondsten zijn voor een belangrijk deel in steden en dorpen gedaan en zullen in de meeste gevallen afstammelingen van tuinplanten betreffen: de plant blijkt gemakkelijk uit zaad op te slaan. Af en toe werd Hartgespan aan dijken en bosranden gevonden. Een van de 19de-eeuwse vinders vermeldt als groeiplaats het knekelhuisje achter op een kerkhof. Op enkele plekken komt de plant nu nog in het Zuid-Limburgse krijtgebied voor, in bermen en aan de voet van een enkele krijthelling. Gezien haar lot op andere, soortgelijke plekken valt te vrezen dat zij het vroeg of laat zal afleggen tegen Grote brandnetel (Urtica dioica), die op de door Hartgespan verkozen bodem optimale groeivoorwaarden vindt. Beweiding door schapen betekent voor deze Lipbloemige dat de meeste planten worden opgepeuzeld! Vooral doordat geen verwildering uit tuinen meer plaatsvindt, is het voorkomen van deze ouderwetse cultuurplant een aflopende zaak geworden. Tenzij Hartgespan opnieuw in de strijd om rust voor hart en bloedvaten wordt ingezet.
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1988 (deel 3)
Hartgespan is een soort van ruigten en zomen op vochtige, matig voedselrijke tot zeer voedselrijke, basische bodems. Ze heeft geneeskrachtige eigenschappen (onder andere als kalmeermiddel tegen hartkloppingen) en wordt voor die doeleinden reeds lange tijd gekweekt, onder andere in kasteel- en abdijtuinen. Waarschijnlijk is de soort in onze streken, evenals in andere delen van Europa, binnengebracht door de mens. Ook nu nog wordt hartgespan af en toe in tuinen gekweekt, maar dan eerder als honingplant voor bijen. Dat verklaart ongetwijfeld voor een deel de aanwezigheid van hartgespan in verstedelijkte milieus. In de Duinen staat hartgespan vooral op ruderale plaatsen in de rand van duinstruweel of duinbos.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.