Bouwen aan groenexpertise

Kleine majer

Amaranthus blitum

Hoogte plant

Minimaal:
40cm
Maximaal
80cm

Licht

Min:
lichte schaduw
Max:
volle zon

Voedsel

Min:
matig voedselrijk
Max:
matig voedselrijk

Bloeiperiode

Vanaf:
juli
Tot:
oktober

Vocht

Min:
droog
Max:
droog

Bloemkleur

groen

Bestuiving

insektenbestuiving
windbestuiving
Areaal:

Waar kleine majer van oorsprong inheems is, is nog nauwelijks te achterhalen. Wel staat vast dat de soort uit de Oude Wereld stamt (in tegenstelling tot de overige amaranten uit onze flora), wellicht uit het Middellandse-Zeegebied (JALAS & SUOMINEN 1980). Ook in Wallonië komt kleine majer voor, maar de soort is er veel minder verspreid dan in Vlaanderen. In Vlaanderen komt kleine majer al lang voor, mogelijk al meerdere eeuwen. Mogelijk is de opwarming van het klimaat er mee voor verantwoordelijk dat ze tegenwoordig vaker waargenomen wordt dan vroeger. Op basis van de gegevens voor de periode 1972-2004 is kleine majer in Vlaanderen nu vrij zeldzaam. Het aantal vindplaatsen is zeer sterk toegenomen in vergelijking met de eerste karteerperiode.

Verspreiding in Vlaanderen:

Minstens drie infraspecifieke taxa konden tot dusver in Vlaanderen onderscheiden worden. Hun exacte status is momenteel onduidelijk en dient verder te worden onderzocht.

Legende: vierkant 1939-1971, stip 1972-2004:
Verspreidingskaart
Kiemperiode:
vanaf Voorjaar
Gebruik:
geen nuttig gebruik
Bladseizoen:
zomergroen
Worteldiepte:
50cm
Levensvorm:
therofyt
Geslachtsverdeling:
eenslachtig, eenhuizig
Vruchttype:
eenzadig, openspringend
Vruchtkleur:
onopvallend
Verbreidingswijze:
dieren (uitwendig)
Indigeniteit:
archeofyt
Herkomst:
oorspronkelijk inheems
Grime-competitiewaarde:
0.00
Grime-stresswaarde:
0.00
Grime-ruderaliteitswaarde:
0.00
Ellenberg licht:
lichtplanten
Ellenberg vocht:
indicator van droge tot matig vochtige standplaatsen
Ellenberg pH:
indifferent
Ellenberg voedselrijkdom:
uitgesproken stikstofrijke bodems
Ecologische amplitude:
smalle amplitude
Gebondenheid aan grondwater:
afreatofyt

Kleine majer wordt in Vlaanderen hoofdzakelijk aangetroffen in plantsoenen, moestuinen en nabij tuinbouwbedrijven (vooral in sierteelten). De soort komt best tot haar recht als onkruid in hakvruchtculturen. In dergelijke milieus is de soort behoorlijk standvastig. Ze kan zonder twijfel als ingeburgerd in Vlaanderen beschouwd worden en is plaatselijk zelfs een moeilijk te bestrijden onkruid. De standplaatsen zijn steeds erg voedselrijk en zonnig, en kunnen zowel vochtig (minstens periodiek) tot eerder droog zijn. Daarnaast treedt kleine majer minstens zo vaak als efemere adventief op. Ze wordt dan gevonden op stortplaatsen (wellicht uit vogelzaadafval), bij graanoverslagplaatsen of langs wegen.

Habitatrichtlijn 2:
Nee
Habitatrichtlijn 4:
Nee
Beschermd:
Nee
Rode lijst:
niet bedreigd
Zeldzaamheid KFK-klasse:
132-228 kwartierhokken
In samenwerking met:
Auteur atlasteksten:
Filip Verloove
Referenties
  • Van Landuyt W., Hoste I., Vanhecke L., Van den Bremt P. Vercruysse W. & De Beer D. (red.) 2006. Atlas van de Flora van Vlaanderen en het Brussels gewest. Nationale Plantentuin en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek i.s.m. Flo.Wer vzw

Cursussen bij Inverde

Boeken