Klimopbremraap

De Klimopbremraap is een vrij slanke, licht roodbruine zomerbloeier. Van bovenaf gezien staan de bloemen spiraalsgewijs en niet in rijen, zoals bij Klavervreter. De kelk bestaat uit twee vrije helften, die in een priemvormige spits uitlopen en soms nog een korte zijtand dragen. De geelwitte, aan de top rossige bloemkroon heeft een vorm die doet denken aan een retort: de buis is onderaan buikig, halverwege vernauwd en gebogen, en naar de zoom toe weer trechtervormig verwijd. De ruglijn is in de onderste helft boogvormig gekromd, in de bovenste helft recht. Anders dan bij andere Bremrapen steken de meeldraden buiten de kroon uit. De stempel is aanvankelijk geel. 

Klimopbremraap komt voor in Zuid- en West-Europa, noordwestwaarts tot Ierland, en oostwaarts tot in de Kaukasus en het Atlasgebied. Een van haar voorposten is de Sint-Pietersberg, de enige sinds lang bestaande groeiplaats in Nederland, waar zij tot op heden voorkomt. Af en toe verschijnt zij elders in het land. 

Klimopbremraap woekert gewoonlijk op Klimop (Hedera helix), soms op andere leden van de Klimopfamilie (Araliaceae), en zeer zelden op vertegenwoordigers van andere families. In tegenstelling tot de meeste andere Bremrapen verdraagt zij aanzienlijke beschaduwing, hoewel zij ook op tamelijk zonnige plaatsen groeit. Meestal staat zij op steenachtig substraat. Haar natuurlijke groeiplaats in Zuid-Limburg betreft een hellingbos hoog op een krijthelling. Verder is zij op enkele plaatsen aangetroffen op oude muren of langs de voet daarvan. 

© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1988 (deel 3)