Stijve klaverzuring is een kleine zomer- en herfstbloeier met rode stengels en zwavelgele bloemen die alleen bij zonnig weer openen. Ze overwintert via knolvormige winterknoppen. De bladeren bevinden zich in de bovenste helft van de plant. Ze komt vooral voor als tuinonkruid op vochtige, humeuze grond en wordt ook in akkers gevonden, vaak samen met vochtminnende planten zoals Korrelganzenvoet.
Het oorsprongsgebied van stijve klaverzuring ligt in Noord- Amerika, maar de soort is vandaag in grote delen van de wereld ingeburgerd in de gematigde en warm-gematigde gebieden, onder andere in Europa, Oost-Azië en Oost-Afrika. In Europa is ze door menselijk toedoen al in de zeventiende eeuw binnengebracht en nu komt ze er overal voor behalve in de meest noordelijke en zuidelijke delen. In België kwam ze in de periode 1940-1971 reeds talrijk en ruim verspreid voor, maar ze was toch duidelijk minder algemeen in Wallonië.
In Vlaanderen is stijve klaverzuring vandaag een zeer algemene soort, en dat was ze ook al tijdens de eerste karteerperiode. In de Duinen en de Polders is ze merkelijk minder talrijk.
Stijve klaverzuring is een kleine, overblijvende zomer- en herfstbloeier met opstijgende, meestal vertakte, vrij dikke, aan de voet rode stengels. Overwintering vindt plaats doordat aan de top van draaddunne ondergrondse worteluitlopers knolvormige winterknoppen ontstaan, waaruit het volgende jaar nieuwe planten groeien. De onderste helft van stengels en bladstelen is met verspreide lange, afstaande haren bezet, evenals de doosvruchten. De bladeren zijn in de bovenste helft van de plant geconcentreerd. Steunblaadjes zijn niet of nauwelijks ontwikkeld. De kleine bloemen staan in armbloemige, okselstandige bijschermen. Ze hebben zwavelgele kroonbladen en zijn alleen bij zonnig weer geopend. De vruchtstelen staan rechtop of schuin af.
Stijve klaverzuring is afkomstig uit Noord-Amerika. In 1658 werd zij in de botanische tuin van Oxford ingevoerd, waarna haar 'winterknolletjes' met allerlei gewassen werden verspreid. De geschiedenis van haar inburgering in West- en Midden-Europa is moeilijk te reconstrueren, aangezien zij vaak met Gehoornde klaverzuring werd verward. Vrij zeker kwam Stijve klaverzuring in de 18de eeuw in Nederland al tamelijk veel voor. Zij is nu in een groot deel van het land vrij algemeen, maar schaars in zeekleigebieden, op de Waddeneilanden en in Drenthe.
Stijve klaverzuring treedt vooral op als tuinonkruid op lichte, vochtige, humeuze grond. Haar aanwezigheid in akkers - vooral in combinatie met Korrelganzenvoet (Chenopodiurn polyspermurn) en andere vochtminnende planten - is een aanwijzing dat de bouwgrond onvoldoende ontwaterd is voor een goede opbrengst. De plant verdraagt lichte schaduw; zo groeit zij dikwijls onder heggen. Op droge grond verschijnt Stijve klaverzuring voornamelijk als deze zwaar bemest is. Dank zij haar knolletjes kan de plant zich hardnekkig handhaven.
Gehoornde klaverzuring (Oxalis corniculata) verschilt van Stijve klaverzuring door haar meer liggende habitus, duidelijk ontwikkelde steunblaadjes en dicht kort behaarde doosvruchten op teruggeknikte stelen. Zij heeft geen wortelknolletjes en is meestal eenjarig. Een vorm met bruinpaarse bladeren wordt als randjesplant in tuinen gekweekt. De plant wordt -dikwijls met cultuurgewassen verspreid en verschijnt ook nogal eens in bloempotten. Misschien is zij hier en daar - met name in Zeeland - als ingeburgerd te beschouwen.
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1988 (deel 3)
Stijve klaverzuring komt voor in pioniersvegetaties op vochtige, voedselrijke tot zeer voedselrijke bodem, meestal op een zandig tot zavelachtig substraat. De soort gedijt op open plekken in tuinen, plantsoenen, akkers en boomspiegels, maar ook tegen muren en tussen plaveisel. Ze wordt vaak beschouwd als een lastig onkruid.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.