Bouwen aan groenexpertise

Wit hongerbloempje

Draba muralis

Hoogte plant

Minimaal:
10cm
Maximaal
40cm

Licht

Min:
lichte schaduw
Max:
licht

Voedsel

Min:
matig voedselrijk
Max:
matig voedselrijk

Bloeiperiode

Vanaf:
april
Tot:
juni

Vocht

Min:
droog
Max:
droog

Bloemkleur

wit

Bestuiving

insektenbestuiving
Areaal:

Met uitzondering van een zeer beperkte verspreiding in Noord-Afrika, het Nabije Oosten en Centraal-Azië, is het areaal van wit hongerbloempje beperkt tot Europa. De begrenzing van het verbrokkelde natuurlijke areaal is weinig bekend omdat de soort op meerdere plaatsen is ingevoerd en ingeburgerd. Ze komt voor van lerland en het lberisch Schiereiland in het westen, tot de Baltische staten, Bulgarije en het zuidoosten van Europees Rusland in het oosten. ln Wallonië, vooral in valleien in het Maasdistrict, is de soort met twaalf kilometerhokken na 1971 iets minder zeldzaam dan in Vlaanderen (SAINTENOY-SIMON 1999).

Verspreiding in Vlaanderen:

ROUCEL 1803 vermeldde wit hongerbloempje van Brussel en Leuven. Nadien werd de soort in het gebied van de Atlas pas in 1977 opnieuw waargenomen. Voor het geheel van de tweede karteerperiode (1971-2004) is ze in slechts drie uurhokken aangetroffen. ln de Doornpanne (Oostduinkerke) groeiden in april 1977 meerdere honderden exemplaren. ln 1993 werd de soort in hetzelfde uurhok, maar iets oostelijker in een duingrasland (Groenendijk, Oostduinkerke) opnieuw ingezameld (BR). ln Bellem (Aalter) werd de soort rond 1980 enkele jaren na elkaar waargenomen, maar ze verdween uiteindelijk als een gevolg van verdichting van de begroeiing, beschaduwing door het opslaan van bomen en het oprukken van bramen. Twee Limburgse collecties uit Koersel (Beringen) dateren van 1973 en 1974 en betreffen spoorwegtaluds. De voorlopig laatste waarneming dateert dus van 1993 en misschien moet wit hongerbloempje in Vlaanderen inmiddels als verdwenen beschouwd worden.

Legende: vierkant 1939-1971, stip 1972-2004:
Verspreidingskaart
Kiemperiode:
vanaf Herfst
Gebruik:
geen nuttig gebruik
Bladseizoen:
overwinterend groen
Levensvorm:
therofyt
Geslachtsverdeling:
tweeslachtig
Vruchttype:
doosvrucht
Vruchtkleur:
onopvallend
Indigeniteit:
inheems
Herkomst:
oorspronkelijk inheems
Grime-competitiewaarde:
0.00
Grime-stresswaarde:
0.00
Grime-ruderaliteitswaarde:
0.00
Ellenberg licht:
half-lichtplanten
Ellenberg vocht:
indicator van matig vochtige standplaatsen
Ellenberg pH:
tussen zwakke base-indicator en base- en kalkindicator,meest op basische bodem
Ellenberg voedselrijkdom:
matig stikstofrijke bodem / stikstofrijke bodem
Ecologische amplitude:
smalle amplitude
Gebondenheid aan grondwater:
afreatofyt

Wit hongerbloempje is een soort van in de winter vochtige, maar in lente en zomer spoedig uitdrogende bodems. ln WestEuropa is het vooral een plant van ondiepe bodems, kalken schistrotsen, oude muren, spoorwegterreinen, droge dijkgraslanden, struweel of bos enz., dikwijls op hellingen met zuidexpositie. Op geschikte bodems gedijt de soort soms als tuinonkruid. De schaarse Vlaamse groeiplaatsen werden gevonden in open duingrasland, onder gemengd duindoorn-wilgenstruweel en op twee groeiplaatsen in het binnenland op spoorwegterreinen. In dit laatste geval ging het in een geval een lage begroeiing op de kop van een steilrandje met grind en sintels.

Habitatrichtlijn 2:
Nee
Habitatrichtlijn 4:
Nee
Beschermd:
Nee
Rode lijst:
zeldzaam
Zeldzaamheid KFK-klasse:
1-17 kwartierhokken
In samenwerking met:
Auteur atlasteksten:
Ivan Hoste
Referenties
  • Van Landuyt W., Hoste I., Vanhecke L., Van den Bremt P. Vercruysse W. & De Beer D. (red.) 2006. Atlas van de Flora van Vlaanderen en het Brussels gewest. Nationale Plantentuin en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek i.s.m. Flo.Wer vzw.

Cursussen bij Inverde

Boeken