Natuurstreefbeeld: Voedselrijke boszomen met minder algemene zoomsoorten (6430_bz)

Nitrofiele boszomen en -ruigten komen voor langs schaduwrijke randen van bossen of dreven, op zones die nooit overstromen. Het betreft vegetaties in de overgang tussen open ruimte (veelal grasland) en bos. In zulke overgangen komen in optimale omstandigheden gradiënten voor van kruidige zomen (langs de zijde van het open landschap) tot lintvormige struwelen, mantels genoemd (langs de boszijde). De belangrijkste kensoorten zijn Grote brandnetel, Kleefkruid, Hondsdraf, Look-zonder-look, Witte dovenetel en Zevenblad, naast soorten als Dagkoekoeksbloem, Geel nagelkruid, Bosandoorn, Grote muur en Robertskruid. Plaatselijk bevatten deze ruigten zeldzame of bedreigde plantensoorten. Het gaat o.a. om Kruidvlier, Steeneppe, Gevlekte dovenetel, Kruisbladwalstro, Donkere ooievaarsbek, Groot glaskruid, Aardaker, Boslathyrus, Donderkruid, Dubbelkelk, Kraailook, Hemelsleutel en Gewone agrimonie.