De Gouden tor is een flinke kever van ongeveer 2 centimeter lang. De kleur van de rug is vrijwel goud-groen gekleurd. Daarnaast vertonen de schilden een wat rode tot goudglans en de onderzijde van het lichaam is sterk behaard. De kop is donkerder gekleurd en er zijn de dunne en lichtgekleurde streepjes dwars op de dekschilden.
Deze kever leeft van bloembladeren, wondsappen en vooral stuifmeel van diverse planten als Eenstijlige meidoorn, Hondsroos of Gewone vlier. Als het niet zonnig is blijft de kever in de schuilplaats en vliegt niet. Opmerkelijk is dat deze soort vliegt terwijl de dekschilden op hun plaats blijven. De vleugels worden er als het ware onderuit getrokken door uitsparingen onder de randen. De larven leven in en van vermolmd hout van verschillende boomsoorten zoals eik en wilg en kunnen twee tot drie keer overwinteren
De vernieuwde aandacht voor meer dood hout in onze bossen krijgt nog maar enkele decennia voldoende aandacht. Het aandeel dood hout stijgt er traag en ook de soorten reageren traag op het verhoogde aanbod dood hout. Populaties hebben immers tijd nodig om zich te herstellen en nieuwe gebieden te koloniseren. Een volwaardig herstel ten gevolge van de geleverde inspanning kan dus nog enkele decennia duren, de herkolonisatie door enkele vlot koloniserende en minder eisende soorten zoals de Gouden tor is alvast hoopvol
Om de Rode lijst soorten van de dood-houtkevers voldoende te beschermen is het daarom zeer belangrijk om:
De Gouden tor is een lokaal algemene soort en lijkt zich momenteel uit te breiden.
Gouden tor is actueel in alle ecoregio’s aanwezig uitgezonderd de kustduinen en heeft een areaal van 5.000-20.000 km². De soort was historisch wijd verbreid (Janssens 1960), maar verdween zo goed als volledig in Vlaanderen tussen 1951 en 1999, in deze periode zijn er slechts vier waarnemingen. Herkolonisatie vond plaats via de Schelde- en Dendervallei en daarna in zuidelijk Vlaams-Brabant. Momenteel is de soort vrij algemeen verspreid in zuidelijk Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant en de verspreiding van deze soort breidt nog steeds sterk uit (Figuur 18). Het areaal is niet versnipperd en kent geen sterke afname of extreme schommelingen, conclusie: momenteel niet in gevaar.
De groene kleur van de Gouden tor is eigenlijk gepolariseerd licht. Als je het dier bekijkt door een polarisatiefilter, veelvuldig gebruikt in landschapsfotografie, lijkt het dier kleurloos te zijn.
Volwassen gouden torren leven van van bloembladeren, wondsappen en vooral stuifmeel. De kevers zijn in het voorjaar voornamelijk te vinden op bloemen van o.a. fruitbomen, Vlier en Meidoorn. In de zomer vliegen ze vooral op grote schermbloemigen.
De larven leven in vermolmd hout, ze komen voor in stammen waarin stukken tot molm zijn vergaan. De soort kan in allerhande dood hout gevonden worden, ook van populieren en knotwilgen. Aangezien hout niet veel voedingsstoffen bevat, blijft de larve minstens twee jaar in de dode stam. Het voorkomen van de larven valt op aan de typische afgerond cilindervormige keutels van 4-5mm lang. De larven verpoppen ofwel in het najaar en overwinteren als adult of verpoppen in het voorjaar waardoor er twee pieken (voorjaar en zomer) zijn in de vliegperiode.
De soort is weinig kritisch qua habitat en is een goede kolonisator en wordt daarom vaak in tuinen, parken en boomgaarden gevonden, zowel zon beschenen hout van bv. knotwilgen als beschaduwde sites in bossen komen in aanmerking.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.