De heidesabelsprinkhaan heeft een voorkeur voor natte heide in verschillende successiestadia. Ook op droge heide komt de soort voor, maar daar zijn de dichtheden meestal lager. De heidesabelsprinkhaan is volledig beperkt tot de Kempen. De soort is een omnivoor en eet dus zowel grassen als kleine insecten. De heidesabelsprinkhaan is actief van juli tot september en is, door het ontbreken van vleugels, honkvast. Dat maakt het koloniseren van geschikte gebieden enkel mogelijk wanneer die in de onmiddellijke omgeving van een bestaande populatie liggen.