Rbbms duidt op kleine zeggenvegetaties die meestal voorkomen in zompige graslanden of moerasland. Kleine zeggenvegetaties bestaan uit Zwarte zegge, Sterzegge, Zompzegge, Melkeppe, Moerasstruisgras, Egelboterbloem, Waternavel, Moeraswederik, Wateraardbei, Zeegroene muur en Moerasbasterdwederik. Ze komen dikwijls voor in een complex met schraallanden in combinatie met o.a. Veldrus, Blauwe zegge, Zwarte zegge, Geelgroene zegge, Tormentil, Tandjesgras, Blauwe knoop, Biezenknoppen, Pijpenstrootje, Bleke zegge, Gevlekte orchis (soorten die ook te vinden zijn in de ‘hm’ vegetatie). Ze zijn ook te vinden in grasland-vegetaties met een dominantie van Veldrus. Deze zeggevegetaties behoren niet tot overgangsveen (type 7140).