De Kleine veldkers is een kleine tot zeer kleine, eenjarige plant die voornamelijk tegen de winter kiemt en veelstengelige polletjes vormt die in het voorjaar bloeien. In andere jaargetijden bloeien soms miniplantjes van deze soort, vooral op omgewerkte grond.
Oorspronkelijk was kleine veldkers beperkt tot de warmgematigde klimaatgebieden van westelijk Eurazië. De soort komt voor in heel Zuid-, West- en Centraal-Europa, aansluitend Noord-Afrika en delen van Zuidwest-Azië. De noord- en oostgrens van het areaal loopt in grote lijnen van Zuid-Zweden en Polen naar de Bosporus. Als cultuurvolger is kleine veldkers vandaag wereldwijd ingeburgerd in warme en gematigde klimaatgebieden, maar op beperkte schaal bijvoorbeeld ook tot op IJsland en in Noord-Noorwegen. In Wallonië is de soort minder algemeen verspreid dan in Vlaanderen, maar ze kent er sinds enkele decennia een sterke uitbreiding.
Negentiende-eeuwse Belgische auteurs omschreven kleine veldkers als een minder algemene soort, maar met ruim 4000 kilometerhokken voor de periode vanaf 1972, valt ze vandaag in de categorie van de uiterst algemene planten. De uitbreiding van kleine veldkers lijkt zich vooral in de laatste 3-4 decennia te hebben voorgedaan. Een gelijkaardige trend is ook beschreven door de samenstellers van de verspreidingsatlassen van Nederland en Duitsland. De redenen voor die snelle uitbreiding zijn niet helemaal duidelijk. Een factor die vrijwel zeker heeft meegespeeld, is het ontstaan van vormen met herbicidenresistentie. De interpretatie van het kaartbeeld vergt enige voorzichtigheid: de geringere abundantie in de Kempen is reëel, maar voor het overige vallen de zones met een relatief hoge abundantie in grote lijnen samen met regio’s die na 1971 het meest intensief onderzocht werden.
De Kleine veldkers is een kleine tot zeer kleine, eenjarige plant die voornamelijk tegen de winter kiemt en veelstengelige polletjes vormt die in het voorjaar bloeien. In andere jaargetijden bloeien soms miniplantjes van deze soort, vooral op omgewerkte grond. De soortaanduiding hirsuta (behaard) is 'per ongeluk' bij de Kleine veldkers terechtgekomen, want de plant is meestal zo goed als kaal. De onderste bladeren staan in een rozet, terwijl de stengels zelden meer dan vier bladeren dragen. De blaadjes zijn minder ingesneden dan bij de Bosveldkers. Gewoonlijk hebben de kleine, witte bloemen maar vier meeldraden. Opvallend is dat de hauwen boven de bloeiende bloemen van dezelfde tros uitsteken. Bij deze en de andere eenjarige Veldkerssoorten is zelfbestuiving regel. De
Kleine veldkers is een oorspronkelijk Euraziatische soort, die als cultuurvolger kosmopoliet is geworden. In Nederland komt zij tegenwoordig door het hele land algemeen voor. Vroeger ontbrak zij in grote delen van het oosten en zuiden, maar in de laatste tientallen jaren heeft zij deze 'gaten' in haar verspreidingsgebied opgevuld.
De Kleine veldkers groeit gewoonlijk op drogere plaatsen dan de andere inheemse Veldkerssoorten. Zij staat op voedselrijke, zandige grond, vaak op zand vermengd met humus, veen of klei. Natuurlijke standplaatsen heeft de Kleine veldkers voornamelijk in de duinen, zowel op open hellingen als onder struweel. Elders is zij te vinden op open plekken in wegen dijkbermen, in kwekerijen, tuinen en plantsoenen. Als daar door bespuiting met bestrijdingsmiddelen alle 'onkruid' is gedood, brengt zij in een paar weken een nieuwe generatie op de been. Waar een berm overgaat in een slootkant, kan men Kleine veldkers en Bosveldkers in zonering naast elkaar vinden. De Bosveldkers staat dan het laagst, maar beide soorten groeien ook wel eens door elkaar.
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1987 (deel 2).
Kleine veldkers is een weinig kieskeurige eenjarige plant van vochtige tot droge, matig tot sterk voedsel- en stikstofrijke, niet zure, open milieus. Geregeld schoffelen en herhaald herbicidengebruik effenen het pad voor haar vestiging en voortdurende terugkeer in plantsoenen, parken en tuinen, op kerkhoven, in boom- en sierplantenkwekerijen enz. Verder is ze ook te vinden in verstoorde wegberm- en graslandbegroeiingen, open plekjes in gazons, op stortterreinen en ruderale resthoekjes, op oude muren, in de duinen, op fijn grind (bv. spoorwegterreinen), tussen de plaveien van voetpaden enz.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.