Bokkenorchis is een forse voorzomerbloeier met een kegelvormige tros die groenig-vuilwitte bloemen draagt. Haar naam komt van de bokkengeur die verspreid wordt door haar bloemen. Zij komt voor in het Middellandse-Zeegebied en West- tot Midden-Europa in kalkrijke duinen.
Bokkenorchis komt voor in Noord-Afrika (het Atlasgebergte) en Zuid- en West-Europa. Vlaanderen ligt aan de noordrand van het areaal. In Nederland werd de soort vroeger wel gevonden, maar ze is er ondertussen opnieuw verdwenen. In België is de soort enkel vrij algemeen in de Viroinvallei.
Bokkenorchis is een uiterst zeldzame soort in Vlaanderen en bovendien bestaan de meeste populaties uit een zeer gering aantal individuen: met reden wordt ze dus als bedreigd beschouwd. Een aantal van die populaties bestaan uit slechts één plant, zoals die in Gelinden (Limburg) en Moen. In Gelinden bleek de soort daarenboven niet standvastig en in Moen is ze mogelijk uitgezet. De enige grote populatie is die op en rond het golfterrein van De Haan. In 2003 werd de populatie er op ongeveer 800 individuen geschat.
Bokkenorchis is een middelhoge tot hoge voorzomerbloeier van forser postuur dan de meeste inheemse Orchideeën. In vegetatieve kenmerken komt zij in hoofdzaak met het geslacht Orchis overeen. De onderste bladeren komen al in het najaar boven de grond en verdorren voor of tijdens de bloei. De tros is lang-kegelvormig. De bloemen zijn groenig-vuilwit met een vrij onopvallende, licht paarsrode tekening, en verspreiden een bokkengeur. Sepalen en petalen kleven samen tot een helm. De lip draagt aan de basis een korte spoor en is gedeeld in drie lijnvormige, gekrulde slippen, waarvan de middelste tot ruim vier centimeter lang kunnen worden, aanvankelijk spiraalsgewijs opgerold is en een tweetandige top heeft. De twee stuifmeelklompjes hebben een gezamenlijk hechtschijfje, omhuld door een beursje.
Bokkenorchis komt voor in het Middellandse-Zeegebied en verder noordwaarts in West- en Midden-Europa tot Midden-Engeland en Midden-Duitsland. Voor Nederland zijn incidentele vondsten bekend uit de Hollandse duinen en het Deltagebied; lang geleden is zij voorts in Zuid-Limburg aangetroffen. Op Voorne werd zij gedurende een reeks van jaren waargenomen; zij wist er zich uit te breiden tot een achttal exemplaren, die echter aan konijnenvraat ten offer vielen. Tussen de twee vondsten bij Katwijk ligt ruim negentig jaar. Op een paar andere plekken in de duinen is zij slechts eenmaal aangetroffen. In de Vlaamse duinen komt zij op een enkele plek bestendiger voor. Evenals bij ons heeft zij ook in Midden-Engeland en Midden-Duitsland in de loop van de 20ste eeuw nogal wat bokkesprongen gemaakt aan de noordrand van haar areaal.
Bokkenorchis groeit in de kalkrijke duinen op grazige, niet al te droge, humeuze plekken en tussen laag struweel, samen met onder meer Geel walstro (Galium verum) en Gewone rolklaver (Lotus corniculatus subsp. corniculatus). Een van de recente vondsten werd gedaan in een aanplanting van Rimpelroos (Rosa rugosa). In Zeeland is zij op zandige, vrij schrale dijkhellingen gevonden. In naburige landen groeit zij dikwijls op wat 'rommelige' plekken in bermen en licht verruigd grasland op kalkrijke grond.
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1994 (deel 5)
Bokkenorchis groeit in vochtige, voedselarme, basische graslanden. Het merendeel van de populaties in Vlaanderen is gelegen in duingraslanden. Dikwijls groeit de soort in iets verruigde duingraslanden.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.