Het areaal van driekleurig viooltje, een soort van de gematigde klimaatgebieden van Europa en westelijk Siberië, lijkt sterk op dat van akkerviooltje. Het reikt in het noorden tot Noord- Noorwegen en de zuidhelft van Finland, in het oosten tot voorbij de Oeral, in het zuiden tot Bulgarije, Zuid-Italië en Noord- Spanje, en in het westen tot Ierland. Buiten Europa is de soort onder meer in Noord-Amerika, India en Nieuw-Zeeland ingeburgerd. In Wallonië is driekleurig viooltje algemeen in de Ardennen, maar daarbuiten zeldzaam.
Voor de periode 1939-1971 is het kaartbeeld bijzonder helder: driekleurig viooltje was grotendeels beperkt tot de Kempen. Tijdens de tweede atlasperiode werd dat beeld in grote lijnen bevestigd, maar werd de soort in de provincie Antwerpen in diverse uurhokken niet teruggevonden, wat wijst op een reële achteruitgang. Een andere verandering is het opduiken van talrijke verspreide vindplaatsen in Oost- en West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant. Het is niet evident om dat fenomeen te duiden. Het meest waarschijnlijk is dat vondsten van zowat alles wat leek op driekleurig viooltje in die regio’s tijdens de eerste kartering werden genegeerd wegens ‘ontsnapte tuinplant‘, mogelijk in combinatie met het al dan niet correcte idee dat de wilde soort in dit deel van Vlaanderen niet voorkwam. Later werd daar anders over gedacht of waren floristen eerder geneigd vermoedelijk verwilderde tuinplanten toch te noteren. In ieder geval berust in heel Vlaanderen een deel van de gegevens op uit tuinen ontsnapte en teruggekruiste viooltjes, maar in sommige regio’s buiten Antwerpen en Limburg, zoals in het Land van Waas, is na 1971 nog wel degelijk driekleurig viooltje gevonden.
Driekleurig viooltje behoort tot een soortscomplex dat in Vlaanderen akker-, duin- en driekleurig viooltje omvat. Het aantal erkende taxa en de kenmerken om ze van elkaar te onderscheiden zijn sinds de negentiende eeuw geregeld in vraag gesteld en gewijzigd. Dat verschillende auteurs soms dezelfde taxa erkennen, maar de verschillen ertussen anders aflijnen, zorgt voor extra verwarring (JAUZEIN 1995). Het verwilderen van gekweekte, vandaag niet zelden kleinbloemige cultivars die deels zijn afgeleid van driekleurig viooltje, maakt het de streper ook al niet gemakkelijker. Driekleurig viooltje is, net als akkerviooltje, traditioneel vooral een soort van graanakkers op niet te zware grond. Anders dan het wat minder kieskeurige akkerviooltje, groeit driekleurig viooltje vooral op drogere, matig voedselrijke, kalkarme bodems. Als akkeronkruid doorstond het wellicht minder goed dan haar verwant de grondige transformatie van de moderne bedrijfsvoering in de landbouw. In het agrarische landschap is driekleurig viooltje vandaag als een gevolg daarvan grotendeels verdrongen naar akkerranden en niet te hoog opschietende, (vrij) schrale bermbegroeiingen op matig voedselrijke bodems.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.