In het algemeen wordt met het concept “natuurbegraafplaats” (Woodland Burial) meestal het type bedoeld dat door het Natural Death Centre in 1993 in Carlisle werd geïntroduceerd als alternatief voor de traditionele manier van begraven in Groot-Brittannië. Ondertussen zijn er daar al meer dan 260 “natural burial grounds” te vinden. Deze worden ook green burial grounds, “green cemetery”, “eco cemetery” of woodland burials genoemd. Het doel van dergelijke natuurbegraafplaatsen is om mogelijkheden voor natuurontwikkeling te scheppen. Uitgangspunten zijn het gebruik van uitsluitend milieuvriendelijk en biologisch afbreekbare materialen o.a. lijkwade, kartonnen kist, urne of een ander snel afbreekbaar omhulsel. Tijdens de begrafenis en op het graf worden, in plaats van een grafsteen, alleen natuurlijke materialen achtergelaten, zoals een boomschijf of inheemse beplanting. Kenmerkend is dat de afzonderlijke graven niet herkenbaar zijn, maar opgaan in het geheel. Op sommige natuurbegraafplaatsen kan een specifieke plek gereserveerd worden en geldt een eeuwigdurend grafrecht. Dit betekent dat graven nooit geruimd zullen worden. De natuur mag haar gang gaan. Onderhoud gebeurt niet, meestal is het zelfs niet toegestaan. Als de natuurbegraafplaats vol ligt, houdt de functie van begraafplaats op en wordt het terrein ‘teruggegeven’ aan de natuur. Het einddoel is een nieuw stuk natuur, dat verder als natuur kan worden beheerd. Met het concept “begraafbos” wordt een groene zone met bomen bedoeld, waarbij ofwel een ecologisch verantwoorde urne onder een boom in een bestaand bos ofwel samen met een boomplant of vrucht (vb. eikel) wordt begraven, waardoor een nieuw bos wordt aangelegd (bosuitbreiding). Een begraafbos wordt op dezelfde manier beheerd als een “standaard” bos.