Getande weegbree

Getande weegbree verschilt van de gewone vorm van Grote weegbree door smallere, meer ruitvormig-eironde bladeren met een wigvormige voet en een doorgaans duidelijk getande tot gegolfde rand. De vaatbundels zijn minder taai dan bij Grote weegbree en breken bij het doorscheuren van een blad eerder af. De aarsteel is aan de voet afstaand behaard. Vaak liggen de aren gedeeltelijk; ze zijn gemiddeld veel korter en iets dikker dan bij de andere vorm. De toppen van de kelkslippen bedekken de voet van het deksel van de rijpe vrucht. Vaak zijn de doosvruchten steenrood getint. Het aantal zaden per vrucht loopt uiteen van twaalf tot meer dan twintig. De plant kan even fors worden als subsp. major, maar blijft ook vaak veel kleiner. Dikwijls is deze vorm 'gedwongen' eenjarig als gevolg van de veranderlijkheid van haar milieu. 

Evenals Grote weegbree is Getande weegbree een bewoner van open plekken op verdichte grond. In plaats van betreding vormen echter waterstandswisselingen de voornaamste factor die voor openheid en bodemverdichting zorgt. 's Winters staan de groeiplaatsen veelal blank, tegen de zomer vallen ze droog, waarbij in stilstaand water de fijnste bodemdeeltjes het laatst bezinken en de grond doen 'dichtslaan'. 

Daarnaast speelt ook beweiding vaak een rol. Vooral in stukgetrapt weiland langs rivierlopen, kreken en drinkpoelen floreert Getande weegbree. Ook in vochtige akkers op leem, löss en klei en in natte delen van afgravingen of ruderale terreinen kan zij zich goed ontwikkelen. Op voedselarme grond, bijvoorbeeld op kale, natte zandgrond in de duinen en in heidegebieden, bereiken de planten vaak slechts een dwergformaat maar komen wel tot vruchtzetting. Veelal wordt Getande weegbree vergezeld door kleine, eenjarige pioniers zoals Greppelrus (Juncus bufonius) en Moerasdroogbloem (Gnaphalium uliginosum). Vooral langs de rivieren en nabij de kust kunnen Getande en Grote weegbree naast elkaar in weilanden optreden, samen met tussenvormen tussen deze twee typen van Plantago major.  

© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1988 (deel 3)