Gewone of Grote zandkool is een middelhoge, bossige, onbehaarde, grijzig berijpte plant die gedurende de hele zomer en het begin van de herfst bloeit. De planten zijn overblijvend, maar kunnen al in hun eerste jaar bloeien. Het is een uitgesproken cultuurvolger, die aan de omgeving van steden en aan spoorlijnen en andere verkeerswegen gebonden is.
Grote zandkool komt van nature uitsluitend in Europa voor. De soort is echter op een aantal andere plaatsen in de wereld ingeburgerd. Het zwaartepunt van het areaal is gelegen in WestEuropa. Grote zandkool komt voor vanaf de Pyreneeën, Italië en het westelijke deel van de Balkan tot het zuiden van Schotland en Zuid-Scandinavië. De soort breidt uit naar het noorden. |n Wallonië komt de soort in beperkte mate voor in het Brabants district en in de Maasvallei (Kalkstreek).
In Vlaanderen is grote zandkool algemeen en breidt de soort sterk uit in door de mens gecreëerde milieus. Ze is het talriikst in de Duinen, de Polders en in verstedelijkte agglorneraties. Naar het oosten toe wordt grote zandkool veel zeldzamer.
Gewone of Grote zandkool is een middelhoge, bossige, onbehaarde, grijzig berijpte plant die gedurende de hele zomer en het begin van de herfst bloeit. De planten zijn overblijvend, maar kunnen al in hun eerste jaar bloeien. Later wordt de stengelvoet houtig. De bladen staan zowel aan de voet van de plant als aan de bloeistengels. Tegen het einde van de bloei nemen de bloemtrossen vaak het grootste deel van de hoogte van de plant in beslag. De bladeren zijn sterker ingesneden en de bloemen en hauwen zijn groter dan die van de Muurzandkool. Per tros zijn een paar bloemen tegelijk open. Zo aangenaam als de bloemen van Gewone zandkool ruiken, zo weerzinwekkend is de geur die de bladeren bij kneuzing verspreiden. Een kenmerk waardoor deze soort van alle erop lijkende Kruisbloemigen is te onderscheiden, levert de voet van de hauw. Boven de zone waar kelk- en kroonbladen en meeldraden ingeplant stonden, groeit een steelvormig stukje van ongeveer twee millimeter. Pas daarboven begint de zaaddrager met het tussenschot en de vruchtkleppen. Die kleppen maken dus geen contact met de eigenlijke vruchtsteel. Nadat de vruchten opengesprongen zijn, vallen de witte tussenschotten sterk op.
De Gewone zandkool komt voor in delen van het Middellandse-Zeegebied (vooral in Italië) en in Midden- Europa. Vandaaruit breidt zij zich steeds verder noordwaarts uit. Inmiddels heeft zij al bijna de poolcirkel bereikt.
In Nederland is deze soort het meest in het westen aan te treffen. Zo groeit zij talrijk langs boulevards en duinpaden in en bij de zeedorpen. Hier staat zij vaak samen met Bastaardkweek (Elymus farctus x pycnanthus), Zandhaver (Leymus arenarius) en Duinaveruit (Artemisia campestris subsp. maritima). Ook elders is de Gewone zandkool een uitgesproken cultuurvolger, die aan de omgeving van steden en aan spoorlijnen en andere verkeerswegen gebonden is. Heel vaak vormt zij een zoom langs hekwerken.
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1987 (deel 2).
Grote zandkool is te vinden in pioniersvegetaties op droge, voedselarme tot matig voedselrijke bodems. De soort verkiest basische bodems. ln de kustduinen groeit ze op allerlei verstoorde open terreinen, zowel in de zeereep als meer landinwaarts langs wegbermen, in woonwiiken of op industrieterreinen. ln de Polders groeit ze vooral op polderdijken en op allerlei sterk door de mens beinvloede terreinen, zoals industrieen spoorwegterreinen, omgewoelde wegbermen enz. Ook elders in Vlaanderen groeit grote zandkool vooral op kunstmatige bodems zoals opgespoten of vergraven terreinen.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.