Lange (Langbladige) ereprijs is een hoge, overblijvende midzomerbloeier met ondergrondse uitlopers en taaie, meestal niet-vertakte stengels die lange, dichte bloemtrossen dragen. De spitse, lancetvormige bladeren staan kruisgewijs of in kransen van drie of vier. De fletsblauwe bloemkroon is trechtervormig en heeft een langere buis dan andere Ereprijssoorten.
De soort is inheems in delen van Centraal- en Oost-Europa, oostwaarts tot ver in Azië. De exacte westelijke grens van haar natuurlijke areaal is eerder vaag omdat lange ereprijs reeds lang als sierplant in tuinen gekweekt wordt en vervolgens verwildert. In Nederland wordt de soort in het rivierengebied als inheems beschouwd en ook in Vlaanderen werd lang geopperd dat ze van nature bij ons voorkomt. Uit herbarium- en literatuuronderzoek blijken ook oude Vlaamse vondsten als ingevoerd beschouwd te worden. Lange ereprijs dient bijgevolg als een reeds lang ingeburgerde exoot aanzien te worden.
Eigenlijk is lange ereprijs in Vlaanderen slechts in één regio echt goed ingeburgerd, in de Kleine Netevallei en dan vooral tussen Lier en Emblem. De oudste herbariumexemplaren uit Vlaanderen komen eveneens uit die regio en dateren van 1861. De soort komt er plaatselijk nog steeds zeer talrijk voor in vochtige graslanden langs de Kleine Nete. Wellicht betreffen het de enige permanente groeiplaatsen in Vlaanderen. Lange ereprijs komt er in identieke omstandigheden voor als in Nederland, maar wordt toch als niet-inheems beschouwd. De status en het verspreidingspatroon van de soort zijn er goed vergelijkbaar met die van de Amerikaanse slipbladige rudbeckia. Lange ereprijs wordt nog steeds vaak verward met de aarereprijs, een soort die in delen van Wallonië inheems is. Wellicht hebben alle Vlaamse opgaven van deze laatste betrekking op lange ereprijs.
Lange (Langbladige) ereprijs is een hoge, overblijvende midzomerbloeier met ondergrondse uitlopers. De taaie stengels zijn meestal niet of alleen aan de top vertakt en dragen daar één of meer lange, dichte, eindstandige bloemtrossen. De langwerpige tot lancetvormige, spitse, scherp en ongelijk gezaagde bladeren staan kruisgewijs, aan de hoofdas soms in kransen van drie of vier. De trechtervormige, fletsblauwe, vrij snel bruinachtig verblekende bloemkroon heeft een veel langere buis dan bij andere Nederlandse Ereprijssoorten; van binnen is de kroonbuis behaard. De blauwe helmdraden houden hun kleur langer dan de kroon. De vrucht is zijdelings afgeplat, rondachtig met zwakke topinsnijding; de stijl is langer dan de rijpe vrucht.
Lange ereprijs komt - overwegend als rivierbegeleider - voor in Noordoost- en Midden-Europa en verder oostwaarts door heel Noord-Azië en Korea. In Nederland bereikt hij zijn westgrens. Hij wordt hier en daar in hoofdzaak aangetroffen in Overijssel en Noord-Brabant: langs de Vecht en de benedenloop van de Dinkel, langs de Dommel, en langs enkele kanalen die met deze riviertjes in verbinding staan. Langs de grote rivieren treedt de plant sporadisch op.
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1988 (deel 3)
Vochtige, iets voedselrijke graslanden zijn de meest geschikte groeiplaatsen voor lange ereprijs in Vlaanderen. In dergelijke habitats slaagt de soort erin, na verwildering, in te burgeren. Aangezien ze vroeger vaak in tuinen gekweekt werd, verwildert ze nu en dan in de omgeving van woningen. Ze wordt dan aangetroffen in wegkanten, ruigten, enz. Tegenwoordig lijkt lange ereprijs minder frequent gekweekt te worden. In Nederland is lange ereprijs hoofdzakelijk een rivierbegeleider op gelijkaardige groeiplaatsen als in Vlaanderen.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.