Vijfvingerkruid
Potentilla reptans
Infofiche
Hoogte plant
Minimaal:
10cm
Maximaal
20cm
Licht
Min:
licht
Max:
volle zon
Voedsel
Min:
matig voedselrijk
Max:
zeer voedselrijk
Bloeiperiode
Vanaf:
juni
Tot:
augustus
Vocht
Min:
droog
Max:
vochtig
Bloemkleur
geel
Bestuiving
vliegen, zweefvliegen e.a.
bijen, hommels e.a.
Verspreiding (Atlas Flora 2006)
Het areaal van vijfvingerkruid beslaat heel Europa (noordwaarts tot Zuid-Scandinavië) en een deel van Noord-Afrika (Atlasgebergte). Oostwaarts reikt het tot Centraal-Azië. De soort is ingeburgerd in Nieuw-Zeeland en Zuid-Amerika, en komt ook op enkele locaties in Oost-Azië voor. In België komt de soort overal voor; al is het aantal groeiplaatsen in de Ardennen en de Kempen beduidend minder groot.
Verspreiding in Vlaanderen:
In Vlaanderen is vijfvingerkruid een zeer algemene soort, die tijdens de laatste karteerperiode eerder is toegenomen. Ze is minder talrijk in het westelijke deel van de Leemstreek en vooral in de Kempen. De soort gaat licht vooruit, wat vooral te merken is in de streken waar ze vroeger het minst voorkwam. Dat houdt vermoedelijk verband met de vermesting van de zandbodems en wellicht ook met de verhoogde bebouwing en betreding in die streken waardoor meer geschikte habitats voor de soort zijn ontstaan. Vijfvingerkruid wordt gemakkelijk verward met kruipganzerik, een soort van hybridogene oorsprong, met vijfvingerkruid en tormentil als ouders. Kruisingen van kruipganzerik en vijfvingerkruid kunnen de determinatie extra bemoeilijken. Die planten zijn in de regel echter steriel (HAROLD 1998).
Legende: vierkant 1939-1971, stip 1972-2004:
Verspreidingskaart
Beschrijving
behoudt kiemkracht op lange termijn (zaden overleven op zijn minst 5 jaar, en vaak langer).
Kiemperiode:
vanaf Zomer
tot Herfst
Gebruik:
geneeskrachtige planten
Bladseizoen:
overwinterend groen
Worteldiepte:
20cm
hemicryptofyt
Blaasvormige-'arbuscular' mycorrhizen
tweeslachtig
Jarigheid:
meerjarig
eenzadige dopvrucht of noot
Vruchtkleur:
onopvallend
regenwater
dieren (inwendig)
mieren
wind
een overblijvende zaad - of sporenbank
zijdelingse vegetatieve voortplanting
inheems
Herkomst:
oorspronkelijk inheems
Milieu
CR/CSR
4.17
1.67
tussen half-schaduwplanten en half-lichtplanten
indicator van matig vochtige tot vochtige standplaatsen
zwakke zuurindicator tot zwakke base-indicator
matig stikstofrijke bodems
Maaigevoeligheid:
redelijk/volledig maaitolerant
brede amplitude
afreatofyt
Zuurtegraad bodem:
minimum zwak zuur
tot maximum zwak basisch
Habitat
Door kruising van vijfvingerkruid en tormentil is kruipganzerik ontstaan, dat kenmerken van beide ouders combineert. Kruipganzerik kan echter terugkruisen met vijfvingerkruid, waarbij Potentilla x mixta ontstaat. Vaak is het dan onmogelijk om de planten op naam te brengen. Vijfvingerkruid kan in allerlei terreinen aangetroffen worden: in vochtige graslanden, langs hagen en sloten, in wegbermen, langs bospaden, in duinvalleien, op spoorwegterreinen of op open braakliggende terreinen. Het is een soort van vochtige tot droge, matig tot zeer voedselrijke bodems of van pioniersvegetaties op droog stenig substraat. Ze gedijt best op neutrale tot basische bodems en is bestand tegen betreding. Vaak staat ze op verdichte bodems.
Habitatrichtlijn 2:
Nee
Habitatrichtlijn 4:
Nee
Beschermd:
Nee
Tuin
Status en bescherming
niet bedreigd
1857-3183 kwartierhokken
Exoot
Nee
Relaties
- is een begeleidende soort van:
- is een indicatieve soort van:
- is een waardplant voor:
- is een kenmerkende soort voor:
Samenwerking en referenties
In samenwerking met:
Auteur atlasteksten:
Anne Ronse
Referenties
-
Van Landuyt W., Hoste I., Vanhecke L., Van den Bremt P. Vercruysse W. & De Beer D. (red.) 2006. Atlas van de Flora van Vlaanderen en het Brussels gewest. Nationale Plantentuin en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek i.s.m. Flo.Wer vzw.
Cursussen en boeken
-
Bomenwijzer
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
-
-
Test jezelf
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.
