Wolfskers is een hoge, snelgroeiende zomerbloeier met lange, vertakte wortels en klierachtig behaarde stengels. De bladeren zijn langwerpig-eirond en asymmetrisch, gerangschikt om zoveel mogelijk licht op te vangen. De bloemen zijn klokvormig, bruinpaars van kleur, en hangen aan gebogen stelen. De glanzend zwarte bessen zijn zeer giftig, maar vogels eten ze zonder hinder.
Het areaal van wolfskers omvat de gematigde streken van West-, Zuid- en Centraal-Europa noordwaarts tot het noorden van Engeland en oostwaarts tot het westen van Oekraïne.
Wolfskers is in Vlaanderen zeer zeldzaam. De soort komt voor- al voor in de omgeving van Brussel en Antwerpen. In het Brusselse is ze zowel gevonden in het centrum (bv. braakliggende terreinen rond het spoorwegstation Brussel-Noord) als in de buitenrand (bv. het Zoniënwoud en het Rood Klooster). In Wallonië is de plant vrij zeldzaam tot zeldzaam in de Kalk-streek en Lotharingen, en daarbuiten zeer zeldzaam.
Wolfskers is een hoge tot zeer hoge, bossige, klierachtig kort behaarde, overblijvende, snelgroeiende voorzomer- en zomerbloeier met lange, dikke, vertakte wortels. In weerwil van haar struikvormige uiterlijk sterft zij ieder najaar bovengronds geheel af. Soms plant zij zich door middel van uitlopers voort. De langwerpig-eironde, gaafrandige, enigszins asymmetrische bladeren vormen een mozaïek, zodat ze zoveel mogelijk licht kunnen opvangen. Behalve onder aan de plant staan telkens een groot en een klein blad op vrijwel gelijke hoogte ingeplant. De bloemen hangen aan gebogen stelen; gewoonlijk staan ze afzonderlijk in de bladoksels. Ze hebben een klokvormige kelk en kroon. De laatste is ondiep gelobd en bruinpaars, naar de voet lichter van tint. Onder in de kroonbuis, waar de meeldraden staan ingeplant, bevindt zich een haarring. De stijl reikt aanvankelijk verder dan de meeldraden. Hommels, die onder in de bloem nectar halen, kunnen dan voor kruisbestuiving zorgen. In twee dagen groeien de meeldraden tot stempelhoogte uit en kan zelfbestuiving plaatsvinden. De vrucht is een glanzend zwarte bes ter grootte van een kers, die paars sap bevat en haar grote giftigheid niet door haar smaak kenbaar maakt. Vogels eten ze zonder hinder. Onder de bes is de vergrote kelk stervormig uitgespreid. De naam Atropa is ontleend aan de Griekse schikgodin Atropos (= de onafwendbare of onherroepelijke) en betekent zoveel als 'doodkruid'.
Wolfskers komt voor in Midden- en Zuid-Europa, noordwestwaarts tot Midden-Engeland, voorts in het Atlasgebied en in enkele delen van Zuidwest-Azië. In Nederland komt zij sporadisch voor in Zuid-Limburgse hellingbossen, vroeger ook op een paar plekken op de grens van rivierdalen en heuvelgebieden. Verder staat zij op enkele plaatsen in de bebouwde kom als verwilderd artsenijgewas. De benaming Belladonna (schone vrouw) slaat op het gebruik van het uit deze plant gewonnen atropine als middel om de oogpupil te verwijden.
In naburige landen groeit Wolfskers op lichte, open plekken in loofbos - vooral Beukenbos - op stikstofrijke, al of niet kalkrijke, min of meer droge en humeuze, vaak stenige bodem. Deze uitgesproken lichtkiemer is kenmerkend voor plaatsen waar boshumus, aan het licht blootgesteld, versneld tot ontbinding overgaat: kap- en brandvlakten, bosranden en plekken waar een boom is omgevallen. Als besplant zal Wolfskers vooral opslaan op plekken waar vogels rusten, dus vaak onder struiken. Met hun in mozaïek gerangschikte bladeren kunnen volwassen planten zich bij het dichtgroeien van kapvlakten nog een tijdlang in halfschaduw handhaven. Het niet meer als 'middenbos' beheren van hellingbossen heeft de verdwijning van deze plant stellig bespoedigd.
Wolfskers is voedselplant van de aardvlo Epithrix atropae. Door zijn vraat veroorzaakt dit kevertje verwondingen aan de bladeren, die daardoor een veel zwaardere geur verspreiden dan in onbeschadigde toestand. Het heet dat daardoor andere dieren eerder van vraat worden weerhouden. Slakken, sommige herkauwers, hazen en konijnen schijnen intussen zonder veel bezwaar van Wolfskers te eten.
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1988 (deel 3)
Wolfskers groeit in Vlaanderen vooral op ruderale, braaklig- gende terreinen en kapvlakten op kalkrijke bodem.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.