Het Euraziatische areaal van zwarte bes loopt van Oost-Frankrijk oostwaarts tot in Centraal-Siberië. Noordelijk vindt men de struik terug tot in het noorden van Scandinavië (Lapland). Over de precieze begrenzing van het natuurlijke areaal in het zuiden bestaat grote twijfel. Algemeen gaat men ervan uit dat zeker in het noorden en het oosten van Europa en aansluitend Azië de soort oorspronkelijk inheems is. Aan de areaalranden zouden sterk afwijkende populaties voorkomen. In Wallonië komt zwarte bes verspreid en eerder zeldzaam voor.
In Vlaanderen is zwarte bes globaal gesproken een vrij algemene soort, die in hoofdzaak gebonden is aan de valleibosgebieden van de Leemstreek, de Kempen en de Zand- en Zandleemstreek. Aan de Westkust staat ze echter vooral in duinvalleien. Op andere standplaatsen komt de soort vaak als verwilderde cultuurplant voor. Ook over het inheemse karakter binnen het duinareaal kan men zich vragen stellen. Zo vermeldt DE L'OBEL al in 1581 dat zwarte bes vooral in de omgeving van Ieper, maar ook elders in West-Vlaanderen, in tuinen werd gekweekt. Mogelijk gaat het West-Vlaamse areaal dus terug op een oud cultuurareaal. Tijdens de tweede karteerperiode is het aantal vindplaatsen van zwarte bes zowat overal sterk toegenomen. Dat kan zeker niet alleen verklaard worden door de hogere inventarisatiegraad. In de twintigste eeuw zijn tal van nieuwe, veel meer vruchten voortbrengende cultivars ontstaan die steeds meer als waardevol klein fruit aangeplant werden. Vermoedelijk liggen die gekweekte planten aan de basis van de toegenomen verspreiding via vogels. De wilde populaties van zwarte bes komen slechts zelden tot vruchtvorming. De oudste, min of meer gedetailleerde waarneming van wilde populaties is van de hand van DE L’OBEL 1581. Hij zag in Vlaanderen zwarte bes langs de Dijle tussen Mechelen en Leuven.
Zwarte bes groeit van nature op vrij natte tot natte, matig stikstofrijke standplaatsen in tamelijk schaduwrijk loofbos in laagveengebieden, en in beek- en rivierdalen op lemige tot kleiige en vaak ook venige bodems. Verder vindt men de struik ook langs de binnenduinrand, maar het is onduidelijk of de soort daar van nature thuishoort. In tegenstelling tot wat men zou kunnen vermoeden, is zwarte bes in Vlaanderen slechts vrij laat doorgebroken als cultuurgewas. Ten tijde van DODOENS (1554) en DE L'OBEL (1581) werd ze maar op weinig plaatsen gekweekt, omdat men de bessen niet echt lekker vond. Later kwam de struik in de gratie als medicinale plant en, vooral vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw, als leverancier van klein fruit.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.