VALLEIEN VAN DE DIJLE, IJSE, LAAN EN VAALBEEK BE2400011-A

Algemene situering

De valleien van de Dijle, IJse en Laan stroomopwaarts Leuven situeren zich in de Leemstreek. Centraal in deze SBZ-H-deelzone ligt het private natuurreservaat de Doode Bemde (Natuurpunt & Vrienden van Heverleebos & Meerdaalwoud vzw). Ten noorden ligt het Vlaams reservaat Vijvers van Oud-Heverlee. Verder naar het zuiden liggen de Vlaamse reservaten van het Grootbroek, de vijvers van Florival en het Rodebos & Laanvallei allen beheerd door het Agentschap voor Natuur & Bos. De voorbije decennia werden bijzonder veel gegevens verzameld in het private natuurreservaat de Doode Bemde, dat centraal in deze SBZ-H-deelzone ligt. Daarom wordt dit gebied grondig besproken als casus waarbij extrapolatie naar de rest van het SBZ-H-deelgebied mogelijk lijkt. Ten noorden en ten zuiden van de Doode Bemde is het ANB aan de slag met Vlaamse natuurreservaten.

Situering_Dijle_Laan_IJse_0.png (Piet De Becker)

Hydrologische knelpunten

  1. Structurele ingrepen: niet van toepassing: geen verdieping of rechttrekking van waterlopen, geen bemaling, …
  2.  Aanvoer voedingsstoffen via water:
    • Overstromingen: aanvoer van voedingsstoffen via sedimentafzettingen door overstromingen zijn een probleem. Het beperken daarvan kan enkel buiten het gebied door bijvoorbeeld erosiebestrijdingsmaatregelen te nemen in landbouwgebieden stroomopwaarts in het rivierbekken. Deze ligt grotendeels in Wallonië.
    • Oppervlaktewater: er zijn grote vuilvrachten via het rioleringswater. Het hemelwater wordt nu grotendeels gemengd gecollecteerd in rioleringen. Deze rioleringen worden in toenemende mate ontkoppeld. Er is vermoedelijk nog ruim een decennium nodig om de vervuiling van afvalwater door gescheiden riolering te verwijderen.
    • Grondwater : nitraat/sulfaat afkomstig van droge depositie en weglekkend drainagewater van onder intensief bewerkte landbouwgronden. De situatie is de laatste jaren verbeterd maar de negatieve invloed speelt nog steeds.
  3. Grondwaterwinning: Ja, in het gebied zijn er verschillende grote drinkwaterwinningen maar een negatief effect op grondwaterafhankelijke habitatontwikkelingskansen lijkt minimaal.
  4. Lokale drainage: Ja, maar drainerende invloed van drainagestructuren is omwille van de beperkte hydraulische geleidbaarheid van leembeperkt tot 5-10 meter afstand van de waterloop/gracht/greppel.
  5. Beperken evapotranspiratie: Ja, aantoonbaar effect op bij kappen van populierenbestanden
  6. Aanwezigheid meetnet: Ja. Er is een operationeel hydrologisch netwerk aanwezig.

Referenties

De Becker P. (2020). Ecohydrologische gebiedsbeschrijvingen voor natuurgebieden in Vlaanderen in het kader van PAS. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 2020 (12). Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel. DOI: doi.org/10.21436/inbor.17256788(opent nieuw venster)

Batelaan O., De Smedt F., Huybrechts W & De Becker P. 1993. Ecohydrologische analyse van een natuurgebied met behulp van hydrogeologische systeemmodellering en geografische informatieverwerking. Water 71: 117-127.

Batelaan O & De Smedt F. 1994. Regionale grondwaterstroming rond een aantal kwelafhankelijke natuurgebieden. Instituut voor Natuurbehoud, Hasselt

Huybrechts W. & De Becker P. 1999. De Snoekengracht ecohydrologische atlas. Rapport van het Instituut voor Natuurbehoud rapport IN 99/02

Van Daele T. 1997. Studie van het grondwater in het natuurgebied “De Snoekengracht” te Boutersem. Scriptie Universiteit Gent 96 pp.