De karteringseenheid fl staat voor beukenbossen op relatief zure bodems, die gekenmerkt worden door de aanwezigheid van witte veldbies. Het is een typisch continentaal bostype en vervangt in Voeren qua standplaats de Atlantische zure eiken- en beukenbossen (qs en fs). De kruidlaag is meestal soortenarm en ijl door strooiselophoping. De struiklaag ontbreekt vaak, maar als er soorten aanwezig zijn, zijn wilde lijsterbes, hulst en sporkehout de meest constante soorten. Van nature wordt de boomlaag gedomineerd door beuk, maar indien zomereik de dominante boomsoort is, wordt dit gekarteerd als ql.