Bouwen aan groenexpertise

BWK: Binnenlands vegetatiearm stuifduin (dm)

BWK-codes: dm

Vegetatieloze tot vegetatiearme stuifduinen ontstaan op arme, droge zandbodems zonder bodemprofilering als gevolg van één of andere verstoring (overbegrazing, overbetreding, brand, ...). Open, van nature stuivende landduinen zijn heel zeldzaam geworden. De meeste landduinen zitten in een min of meer gefixeerd stadium of zijn te klein voor spontane natuurlijke verstuivingprocessen. Zowel onbegroeide, stuivende landduinen als meer gestabiliseerde duinen die toch vrij open blijven door begrazing, recreatie, militaire activiteiten, … zijn als dm gekarteerd.

Uitgebreid:

Ook open, grazige vegetaties op gestabiliseerde, maar nog duidelijk herkenbare landduinen zijn met dm aangeduid. Als dergelijke landduinen begroeid zijn met heide of een struisgrasvegetatie, zijn ze aangeduid met een /-verhouding (bv. cg/dm, ha/dm) zolang een belangrijk aandeel open zand aanwezig is. Voor de kustduinen wordt de eenheid dd gebruikt.

Variatie:

Tot en met 2002 is de karteringseenheid dm ook gebruikt voor landduin begroeid met buntgrasvegetaties. Sinds 2003 worden buntgrasvegetaties echter tot de struisgrasvegetaties (ha) gerekend en als een complex van beide karteringseenheden gekarteerd (bv. dm+ha of ha/dm). Bij het karteren van landduinen is dm° gebruikt om aan te geven dat in een complex nog kleine oppervlaktes open zand (relicten van voormalig stuifduin) aanwezig zijn in een overwegend gestabiliseerd en begroeid duin. Ook met grijs kronkelsteeltje gefixeerde stuifduinen zijn als dm° aangeduid. Door gebruik te maken van complexen en /-verhoudingen is dikwijls getracht om binnen heidegebieden de successiegraad van het open stuifduin weer te geven. Open stuifduin met kolonisatie door een droge struikheivegetatie is als dm+cg gekarteerd. Voor een volledig gefixeerd duin dat nog wel duidelijk landschappelijk waarneembaar is, wordt dit cg/dm. Lokaal is dm ook gebruikt om het nog zichtbare reliëf weer te geven op plaatsen waar in het verleden naaldhout op landduinen werd aangeplant, bv. ppmb/dm. Dit is toegepast in 1998 op kaartbladen 16, 17 en 18.

Verspreiding:

Binnenlandse duinen komen, op enkele uitzonderingen na, enkel voor in de Kempen. Grotere oppervlakten zijn beperkt tot enkele natuurreservaten en militaire domeinen.

Verspreidingskaart Binnenlands vegetatiearm stuifduin
Waardering:
Stuifduin is biologisch zeer waardevol
Oppervlakte (in ha):
200 à 470 ha
Zeldzaamheid:
zeer zeldzaam
Habitatrichtlijn:
meestal Bijlage I-habitattype (zie Natura 2000 typologie)
Natuurdecreet:
verbod vegetatiewijziging
Mestdecreet:
algemeen mestverbod op gronden andere dan cultuurgronden
Bosdecreet:
niet onderhevig aan het bosdecreet
In samenwerking met:
Referenties
  • Vriens L., Bosch H., De Knijf G., De Saeger S., Guelinckx R., Oosterlynck P., Van Hove M. & Paelinckx D. (2011). De Biologische Waarderingskaart. Biotopen en hun verspreiding in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Inbo.