Een kapvlakte (se) kan bij een recente kapping gekenmerkt worden door een vegetatieloze bodem, maar evengoed door een pioniersvegetatie van één- of tweejarigen of in een later stadium een ruigte of jong struweel. Dergelijke jonge struwelen worden evenwel bij voorkeur getypeerd door een combinatie met de karteringseenheid voor het betreffende bostype of met allerlei opslag (sz).