De Middelste bonte specht is een vrij kleine specht die in vlucht en algemeen aspect sterk gelijkt op de wijd verspreide Grote bonte specht. Zowel het mannetje als het vrouwtje van de Middelste bonte specht hebben echter een volledig rode kruin, een korte dunne snavel en een ronde, blekere kop vermits de brede zwarte snorstreep niet doorloopt tot onder de snavel. De vlucht is zoals die van de Grote bonte specht, maar is hoger in de boomkruinen te zien en veel onrustiger. De soort zit vaak dwars op de takken van de bomen met een iets ineengedoken houding en afhangende staart. Door haar stille en weinig opvallende leefwijze - ze maakt immers weinig roffelgeluiden en heeft een korte roepperiode - wordt ze gemakkelijk over het hoofd gezien.
Het ouder en structuurrijker worden van de bosgebieden in combinatie met een extensief bosbeheer waarbij dood hout niet langer wordt verwijderd, doet het aantal Middelste bonte spechten toenemen. Hierbij speelt vooral de aanwezigheid van gezonde, oude eiken een rol.
Het ouder en structuurrijker worden van de bosgebieden in combinatie met een extensief bosbeheer waarbij dood hout niet langer wordt verwijderd, doet het aantal Middelste bonte spechten toenemen. Hierbij speelt vooral de aanwezigheid van gezonde, oude eiken een rol.
De Middelste bonte specht is een vrij kleine specht die in vlucht en algemeen aspect sterk gelijkt op de wijd verspreide Grote bonte specht. Zowel het mannetje als het vrouwtje van de Middelste bonte specht hebben echter een volledig rode kruin, een korte dunne snavel en een ronde, blekere kop vermits de brede zwarte snorstreep niet doorloopt tot onder de snavel. De vlucht is zoals die van de Grote bonte specht, maar is hoger in de boomkruinen te zien en veel onrustiger. De soort zit vaak dwars op de takken van de bomen met een iets ineengedoken houding en afhangende staart. Door haar stille en weinig opvallende leefwijze - ze maakt immers weinig roffelgeluiden en heeft een korte roepperiode - wordt ze gemakkelijk over het hoofd gezien.
Leefgebied en trend
Tot ca. 2010 was het mogelijk de opmars van Middelste Bonte Specht in Vlaanderen gebiedsdekkend op te volgen. In die periode werd de Vlaamse populatie geschat op 100-150 paren. Sindsdien is het verspreidingsareaal echter nog gevoelig uitgebreid en werden nagenoeg alle potentieel geschikte loofbossen en parken verder gekoloniseerd. De soort broedt ondertussen in alle Vlaamse provindies. Illustratief is de evolutie in de Denderstreek waar de soort pas na 2013 echt doorbraak en rond 2018 reeds stabiliseerde (rond 15-20 territoria) omdat alle geschikte bossen bezet waren. Het inventariseren van deze specht is geen sinecure. In geval van lage dichtheden wordt weinig geroepen en/of geroffeld en dit gebeurt bovendien reeds erg vroeg in het voorjaar en gedurende korte tijd. In bv. de Antwerpse Kempen broedt de soort in toenemende mate in loofbosrijke villawijken wat een goede inventarisatie eveneens bemoeilijkt. De forse toename in combinatie met de moeilijkheden die men ondervindt bij het inventariseren heeft ertoe geleid dat een Vlaamse populatieschatting na 2010 steeds onnauwkeuriger werd. De huidige, ruwe schatting van 150-430 paren is wellicht nog aan de lage kant en zal naar verwachting worden bijgesteld na afloop van het terreinwerk voor de nieuwe vogelatlas. Ook in Nederland is de opmars van Middelste Bonte Specht ronduit indrukwekkend. Men schat de populatie er op 540-850 paren (periode 2013-2015) en stelt net als in Vlaanderen vast dat er nog steeds verdere westwaartse (en noordwaartse) expansie is.
De Middelste bonte specht is een standvogel in continentaal Europa van Noord-Duitsland en Letland tot in Noord-Spanje en Griekenland, maar ontbreekt in het Verenigd Koninkrijk. Sinds een tiental jaar broedt de Middelste bonte specht plaatselijk in het zuidoosten van Nederland (Zuid-Limburg) en recent is ook Vlaanderen gekoloniseerd. Momenteel zijn er een aantal broedparen in het Meerdaalwoud, het Zoniënwoud, de Vlaamse Ardennen en de bossen van de Voerstreek. Van deze soort verwacht men dat ze zich in de toekomst nog zal uitbreiden. Jonge vogels zwermen in het najaar en s winters uit, waardoor potentiële nieuwe broedgebieden stelselmatig worden gekoloniseerd.
De soort is gebonden aan oude, structuurrijke loofbossen met loofhout met een ruwe stam zoals bv. eik, iep en els en met dood hout waarin zich heel wat grote insecten kunnen ophouden. Loofbossen op rijke bodem in het laagland hebben de voorkeur, maar hierbuiten komt de soort ook voor in bossen met voldoende dikke bomen (35 cm diameter op borsthoogte) en veel dode zijtakken begroeid met mossen en korstmossen. Zoals de andere spechten is het een holenbroeder. Het nest wordt uitgehakt in vermolmde of rotte plekken van oude bomen. Het voedsel bestaat uit insecten die vooral opgespoord worden op ruwe schors en tussen de bladeren, aangevuld met o.a. boomsappen.
De oppervlakte van een territorium van de middelste bonte specht is afhankelijk van de kwaliteit van de biotoop en verandert in de loop van het jaar. De kern van het verspreidingsgebied van de middelste bonte specht ligt in Centraal- en Oost- Europa. Daar heeft een koppel gemiddeld genoeg aan 3-10 hectare habitat van goede kwaliteit om te broeden en te overleven. Dat is de zogenaamde kernhabitat, die in de lente door zowel mannetjes als wijfjes ook als territorium wordt verdedigd tegen soortgenoten. Buiten de periode van het broeden en het grootbrengen van de jongen, overlappen de gebruikte habitats met die van soortgenoten en andere spechten. De kernhabitat vergroot dan tot 15-18 hectare. In die periode is het voedselaanbod bepalend voor hun keuze en de grootte van het gebruikte gebied. Middelste bonte spechten zijn standvogels die vrij trouw zijn aan hun territorium. Toch weet de soort zich de laatste twee decennia uit te breiden naar het noordwesten van Europa (België, Nederland, Noordwest-Duitsland). Dat is opmerkelijk, want in de eerste helft van de negentiger jaren werd de middelste bonte specht nog in grote delen van Europa als bedreigd beschouwd door habitatdegradatie en -versnippering als gevolg van een te intensief kapbeheer in eikenbossen.
Jaarlijkse broedvogel.
Rode Lijst | POP-VL | KT-VL | LT-VL | KT-BEL | LT-BEL | Trend Europa |
Bijna in gevaar | 150-430 | Toename | Toename | Toename | Toename | Toename |
De belangrijkste bedreigingen zijn verstoring van de nestplaats, een hoge recreatiedruk, vernietiging van de nestboom omwille van veiligheid en een louter op houtproductie gericht bosbeheer met weinig staand dood hout.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.