Sp staat voor struwelen die gedomineerd worden door houtige, doornige soorten zoals sleedoorn, meidoorn en/of rozen. De eenheid is eveneens gebruikt voor doornige struweelvegetaties op meer kalkhoudende bodems, gekenmerkt door een ondergroei behorende tot het marjolein-verbond of gedomineerd door bosrank. We vinden de doornige struwelen vooral terug als houtkanten en uitgegroeide hagen die dan als kh(sp) gekarteerd worden.