Hazenzegge is een lage tot middelhoge, grasgroene plant die in dichte tot losse pollen groeit. De onderste scheden zijn lichtbruin en vezelen. De bloeiwijze, met maximaal zes aren, kleurt snel reebruin en bevat aan de voet mannelijke en hogerop vrouwelijke bloemen. De plant komt voor in vrijwel heel Europa, West- en Midden-Azië en het Atlasgebied. Hazenzegge groeit op vochthoudende tot vochtige, zure, matig voedselrijke plaatsen, vaak in het volle licht, op humeus, leemhoudend zand. Ze verdraagt matige beweiding en betreding goed en komt veel voor in weg- en kanaalbermen, afgravingen en natuurreservaten. Hazenzegge verschijnt vaak samen met soorten zoals Gestreepte witbol, Gewoon reukgras, en Kamgras.
Het areaal van hazenzegge ligt in Europa, West- en Centraal-Siberië en Noord-Afrika. Aan de oostkust van Noord-Amerika is de soort ingeburgerd. In België is ze het meest algemeen in de Kempen en de Ardennen. Elders is ze zeldzamer.
In Vlaanderen is hazenzegge globaal een algemene soort, die relatief stabiel is gebleven. De licht positieve trend is vermoedelijk vooral een gevolg van de algemeen betere kartering van ‘grasachtige’ planten tijdens de tweede karteerperiode. In Vlaanderen ontbreekt hazenzegge in de Polders, behalve in de sterk afwijkende Meetkerkse Moeren. In de Duinen is hazen- zegge vrijwel beperkt tot de middeloude, gedeeltelijk ontkalkte duinen in Westende en Bredene.
Hazenzegge is een lage tot middelhoge, grasgroene plant die in dichte tot vrij losse pollen groeit. De onderste scheden zijn lichtbruin en vezelen. Niet-bloeiende scheuten vormen korte, vaak opstijgende schijnstengels. De rechtopstaande of opstijgende bloeistengels zijn stomp, maar naar de top scherp driekantig. De compacte, spoedig reebruin kleurende bloeiwijze bestaat uit zelden meer dan zes aren; de as van de bloeiwijze is vaak wat opzij of heen en weer gebogen. De schutbladen zijn kafjesachtig, het onderste soms priemvormig. De zittende, omgekeerd-eivormige, opvallend dichtbloemige aren bevatten aan de voet enkele mannelijke bloemen en hogerop vrouwelijke, tweestempelige bloemen. De kafjes zijn bruin met een groene middenstreep en smalle vliezige rand. De urntjes zijn sterk afgeplat (bolhol), langwerpig-eirond, vier à vijf millimeter lang, geelbruin, aan beide zijden zwak generfd, aan de top versmald in een kort tweetandige snavel en aan de rand smal gevleugeld.
Hazenzegge komt voor in vrijwel heel Europa, in West- en Midden-Azië en het Atlasgebied, en is ingevoerd in Nieuw-Zeeland en oostelijk Noord-Amerika. In Nederland is zij vrij algemeen, maar in kleistreken zeldzaam.
Hazenzegge is een graslandplant die zich in het huidige cultuurlandschap beter handhaaft dan vele andere zeggesoorten, althans in de pleistocene streken. Zij groeit op vochthoudende tot vochtige, min of meer zure, matig voedselrijke plaatsen, meestal in het volle licht maar ook in lichte schaduw. Zij komt voor op allerlei lichte, kalkloze grondsoorten, speciaal op humeus, leemhoudend zand, en vooral in licht bemest maar toch vrij schraal terrein. Matige beweiding en betreding verdraagt zij goed. Ook in gemaaid grasland kan zij zich handhaven, maar alleen in laagblijvende vegetaties. In weg- en kanaalbermen in de pleistocene streken is zij een van de meest voorkomende zeggesoorten. Ook staat zij veel in 'marginaal' weiland dat te laag ligt om volledig ontwaterd te worden en waar zware bemesting niet loont (al hebben ruilverkavelingen met hun diepe ontwatering van dergelijk grasland niet veel overgelaten). Hazenzegge is verder te vinden in afgravingen, vooral in leemgroeven; op speelveldjes, aan bospaden en soms ook op ruderale plaatsen. In natuurreservaten verschijnt zij dikwijls bij verschraling van voorheen bemest grasland; bij voortgezette verschraling kan zij weer verdwijnen. In veenweidegebieden staat zij voornamelijk aan slootkanten. In Zuidoost-Drenthe is Hazenzegge bekend van vochtig grasland op hoogveengrond (bovenveengrasland). In de duinen staat zij vooral in vochtige, ontkalkte valleien, vooral in beweid terrein, langs paden en op plaatsen die vroeger in cultuur geweest zijn en nu verschraald worden. Planten waarmee zij dikwijls samen voorkomt, zijn Gestreepte witbol (Holcus lanatus), Gewoon reukgras (Anthoxanthum odoratum), Rood zwenkgras (Festuca rubra subsp. commutata), Kamgras (Cynosurus cristatus), Ruw beemdgras (Poa trivialis), Pitrus (Juncus effusus), Biezeknoppen (Juncus conglomeratus), Zwarte zegge, Kruipende boterbloem (Ranunculus repens), Witte klaver (Trifolium repens), Veldzuring (Rumex acetosa), Echte koekoeksbloem (Lychnis flos-cuculi), Kale jonker (Cirsium palustre) en Moerasrolklaver (Lotus uliginosus). Ook zeldzame planten als Welriekende nachtorchis (Platanthera bifolia) en Addertong (Ophioglossum vulgatum) zijn wel samen met Hazenzegge aan te treffen.
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1994 (deel 5)
Hazezengge is een soort van heischraal grasland en kapvlakten. Ze komt vooral voor op zandbodems, maar ook enigszins uitgeloogde zandleem- en leembodems komen in aanmerking. Zelfs enigszins ontkalkt duinzand is geschikt. Ze staat vooral op (matig) vochtige standplaatsen, zowel op voedselarme als matig voedselrijke bodems.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.