Kalkwalstro is een lage, overblijvende plant die in de voorzomer bloeit. De plant is aan de basis behaard, met afnemende beharing naar de top. Het vormt meestal alleen bloeiende stengels, met bladkransen van zes of acht bladeren die vrij ver uit elkaar staan. De bovenste bladeren zijn smal en lijnvormig, terwijl de onderste iets breder zijn. De bloeiwijzen zijn ijl en pluimvormig, in tegenstelling tot het meer schermvormige Liggend walstro. Kalkwalstro groeit op zonnige, droge, onbemeste krijthellingen, zowel op open plekken als in ruige vegetaties en bosranden.
Het areaal van kalkwalstro is beperkt tot West- en Midden- Europa. De plant komt voor van Zuid-Frankrijk tot Zuid-Scandinavië en op IJsland. In de meest noordelijke vindplaatsen zou ze echter niet inheems zijn (HULTÉN & FRIES 1986). Oostwaarts strekt het areaal zich uit tot Roemenië en Polen. In België komt de soort bijna uitsluitend in Wallonië voor. Ze is vrij algemeen tot vrij zeldzaam in het Maasdistrict en in Lotharingen en zeer zeldzaam in de Ardennen. Vlaanderen ligt net ten noorden van het gesloten verspreidingsareaal.
Kalkwalstro is uiterst zeldzaam in Vlaanderen. De soort is slechts op twee krijthellingen gevonden: op de Tiendeberg bij Kanne en in Sint-Martens-Voeren. Die groeiplaatsen sluiten aan op het verspreidingspatroon in Wallonië.
Kalkwalstro is een lage, overblijvende voorzomerbloeier. De basis van de plant is behaard; naar de top neemt de beharing af. Meestal vormt Kalkwalstro weinig, en alleen bloeiende stengels. De bladkransen tellen gewoonlijk zes of acht bladeren en staan vrij ver uiteen. De bovenste bladeren zijn lijnvormig, met omgerolde rand; de onderste zijn iets breder. De bloeiwijzen zijn ijler en meer pluimvormig dan bij Liggend walstro.
Kalkwalstro komt voor in het grootste deel van Europa. In ons land is het vrijwel beperkt tot het Zuid-Limburgse krijtgebied, waar het vroeger vrij veel voorkwam en nu zeldzaam is geworden; de oorzaak van deze achteruitgang is niet geheel duidelijk. Het groeit in zonnige, droge, onbemeste krijthellinggraslanden, zowel op vrij open plekken (bijvoorbeeld steile kantjes) als in tamelijk ruige vegetatie, soms ook aan bosranden. Lange tijd had Kalkwalstro een voorpost op de hoge rand van het Maasdal, waar het op de grens van bosjes en schraal grasland op leemhoudend zand groeide. Het werd hier vergezeld door een uitgelezen gezelschap van zoomplanten, waaronder de nu uit ons land verdwenen Knolspirea (Filipendula vulgaris). Zoals bijna alle botanische juweeltjes in het Maasdal is ook dit terrein door afgraving vernietigd.
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1988 (deel 3)
Kalkwalstro verkiest droge, onbemeste kalkrijke, schrale graslanden, maar in Vlaanderen is de soort alleen op krijthellingen te vinden. Ze groeit er vooral op open, zonnige plekken in de vegetatie. In Sint-Martens-Voeren groeit ze samen met onder andere aarddistel, kleine pimpernel, bevertjes en echte sleutelbloem.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.