De Harige ratelaar is een lage tot middelhoge, dicht behaarde voorzomerbloeier met bleke schutbladen en een donzig behaarde kelk, die lijkt op die van Wondklaver. De bloemkroon lijkt op die van de Grote ratelaar. Deze plant groeit op matig droge tot vrij vochtige graslanden op kalkhoudende, lemige grond. Het areaal is beperkt tot Midden-Europa.
Het beperkte verspreidingsgebied van harige ratelaar ligt in Midden-Europa. Het reikt van Bretagne tot Midden-Italië. Binnen het areaal is de plant overal zeldzaam, ook in België, met in Wallonië onder meer een wat grotere abundantie in het Lotharings district.
Buiten haar natuurlijke standplaatsen in de Maasvallei, zijn er in Vlaanderen ook enkele groeiplaatsen die aan menselijke ijver te danken zijn. Dat de soort na inzaaien goed gedijt, bewijzen talrijke tuintjes van natuurliefhebbers. Van het vroegere abundante voorkomen in het Nederlandse Maasdal blijft vandaag niets over. Momenteel is er alleen nog een beperkt aantal vindplaatsen in het zuidelijke Maasdal. De recente kolonisatie van natuurterreinen centraal in de Maasvallei (Kerkeweerd, Dilsen-Stokkem) is hoopvol voor de soort, zeker met de natuurontwikkeling die gepland is in dat gebied.
De Harige ratelaar is een lage tot middelhoge, dicht behaarde voorzomerbloeier. De stengel vertoont geen zwarte lijntjes. De schutbladen zijn bleker van tint dan de stengelbladeren en hebben ongenaalde, niet zeer spitse tanden; de bovenste tanden zijn ongeveer even groot als de overige. De kelk is donzig behaard en doet denken aan die van Wondklaver (Anthyllis vulneraria). Qua bloemkroon komt de Harige ratelaar overeen met de Grote ratelaar.
Het beperkte areaal van de Harige ratelaar omvat Midden-Europa met uitlopers in Bretagne en Midden-Italië. In Nederland is hij alleen nog op een paar vindplaatsen in Zuid-Limburg bekend; in het rivierengebied lijkt hij te zijn verdwenen. Harige ratelaar is een plant van matig droge tot vrij vochtige graslanden op kalkhoudende, lemige grond. De recente groeiplaatsen betreffen merendeels tamelijk steile natuurlijke of door graafwerk ontstane hellingen, deels met een kalkgraslandvegetatie. Van de rijke groeiplaatsen in vochtige hooilanden in de dalen van Maas, Geul en enkele beken is in het geheel niets overgebleven.
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1988 (deel 3)
Harige ratelaar verkiest een open, kalkrijke zandbodem met een niet te dichte grasmat. De soort gedijt goed in open vegetaties met bijvoorbeeld ook plat beemdgras, muskuskaasjeskruid en wondklaver.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.