Kenmerken zijn waarneembare en dus meetbare eigenschappen van een natuurstreefbeeld, biotoop of ecosysteem. Voorbeelden zijn hoeveelheid dood hout, aan- of afwezigheid van bepaalde soorten of de hoeveelheid strooisel.
Een boslier is een werktuig dat in de hefinrichting van een tractor kan gehangen worden en waarmee met behulp van een kabel boomstammen uit het bos kunnen gesleept worden zonder dat de tractor er vlakbij moet komen.
Een bostractor is een standaard tractor uit de landbouw die is aangepast voor gebruik in het bos. De aanpassingen zijn allerlei beschermingen en een werktuig om rondhout te manipuleren.
Een chokerkabel is een aanslagmiddel bestaande uit een stuk staalkabel, geperste eindnippels en een glijdend koppelstuk. Door één of meerdere chokerkabels met glijschoenen aan een lierkabel te koppelen, kunnen verscheidene boomstammen tegelijk uitgesleept worden.
De veiligheidsfactor of gebruikscoëfficiënt is het cijfer dat aangeeft hoeveel keer MINDER dan de minimale breuklast je een bepaald onderdeel in veilige omstandigheden mag belasten.
Een shackle is een hoogbelastbare stalen verbindingsschakel die bestaat uit een boog (D of Ω) en een schroefbout. Er bestaan heel veel synoniemen voor: harpsluiting, D-sluiting, kelf, manil,...
