Gewoon sterrekroos is een eenjarige of overblijvende voorzomer- en zomerbloeier die vaak forser uitgroeit dan andere sterrekroossoorten, met bladeren tot twee centimeter lang. In snel stromend of diep water blijft de plant ondergedoken, waarbij bloei uitblijft en de plant zich verspreidt via afgebroken stengelstukken. Rozetten worden gevormd in ondiep, stilstaand water, terwijl drooggevallen plekken nieuwe stengels en bladeren ontwikkelen. Gewoon sterrekroos onderscheidt zich door sterke vegetatieve vermeerdering, maar vertoont zelden bloei en nog minder vruchtzetting.
Gewoon sterrenkroos is wijdverspreid in West- en Midden- Europa. De verspreiding in België is, zoals voor de andere sterrenkrozen, weinig bekend. In de Atlas (VAN ROMPAEY & DELVOSALLE 1972) worden alleen de zekere groeiplaatsen opgege- ven, gebaseerd op determinaties van herbariummateriaal door Schotsman in 1967. Voor het Vlaamse landsgedeelte bestond dat materiaal voor bijna 80% uit waarnemingen uit de negentiende eeuw (maar ze werden niet als dusdanig aangeduid).
Gewoon sterrenkroos is een algemene soort in Vlaanderen, en van de sterrenkrozen ongetwijfeld de meest verspreide en meest abundante. Toch zijn er duidelijke regionale frequentie- verschillen: gewoon sterrenkroos is het minst aanwezig in de Leemstreek en in grote gedeelten van Limburg (te droog?). De veranderingsindex die frequentieverschillen tussen de beide karteringen aangeeft, is in dit geval niet bruikbaar.
Gewoon sterrekroos is een eenjarige of overblijvende voorzomer- en zomerbloeier. Als waterplant groeit het in vergelijking met andere sterrekroossoorten vaak forser uit, met bladeren die tot twee centimeter lang worden. In snel stromend water blijft de plant ondergedoken en vormt vlottende stengels met slappe, langwerpig-spatelvormige bladeren. In diep water blijft gewoon sterrekroos eveneens ondergedoken, maar hier vormt het alleen lijnvormige bladeren. In beide gevallen kan geen bloei optreden; wel breidt de plant zich door middel van afgebroken stengelstukken uit. Alleen in matig of niet stromend, ondiep water worden rozetten gevormd. Deze bestaan uit gemiddeld twaalf spatelvormige bladeren met een korte steelvormige voet; het bredere deel is ongeveer tweemaal zo lang als breed. Op drooggevallen plekken sterven de oude stengels grotendeels af, terwijl nieuwe, liggende tot opstijgende stengels uitgroeien. Deze dragen langwerpige bladeren, die aan de stengeltop geen duidelijke rozet vormen.
Gewoon sterrekroos, dat zich van andere soorten door een sterke vegetatieve vermeerdering onderscheidt, vertoont naar verhouding zelden bloei en nog minder vruchtzetting. De bloemen staan afzonderlijk in de bladoksels. De meeldraden zijn bijna even fors als bij Stomphoekig sterrekroos. De stijlen staan rechtop tot schuin opzij. Bestuiving gebeurt op of boven het water. De vrucht is in zijaanzicht ongeveer rond of iets meer hoog dan breed, op de rugzijde smal gevleugeld. Als de vrucht nog stijlresten draagt, zijn deze rechtopstaand.
Gewoon sterrekroos is tot dusver bijna alleen uit West- en Midden-Europa bekend. In een groot deel van Nederland is het verreweg de meest voorkomende sterrekroossoort, ook al is bij gebrek aan vruchten vaak niet met zekerheid uit te maken of een plant tot deze soort behoort. In Zeeland lijkt Gewoon sterrekroos tot Zeeuws-Vlaanderen beperkt. Ook in Noord-Holland benoorden het IJ is het een zeer lokale verschijning. Op de Waddeneilanden is het alleen op Texel en Schiermonnikoog aangetroffen. Voor het overige komt Gewoon sterrekroos zowel in holocene als in pleistocene streken algemeen voor, ook in Zuid-Limburg.
Gewoon sterrekroos groeit in allerlei wateren, maar vooral in ongeveer neutraal, tamelijk carbonaatrijk en fosfaatarm, zoet water boven een zandige of kleiige, weinig of niet venige, fosfaatrijke bodem. Het kan zowel in de schaduw als op zonnige plekken welig groeien, en is niet erg gevoelig voor bevriezing van het water. De voornaamste beperking is dat brak water wordt gemeden. De plant verdraagt een zekere waterverontreiniging, maar heeft voor ammoniak en andere meststoffen een geringere tolerantie dan Stomphoekig sterrekroos. Gewoon sterrekroos groeit met name in beken, in stromende of regelmatig geschoonde sloten en in kanalen, ook in vrij diep water. Het kan worden vergezeld door Waterviolier (Hottonia palustris) en/of Grote waterranonkel (Ranunculus peltatus), maar treedt ook vaak als enige waterplant op. Als landvorm komt het op drooggevallen plekken op minerale bodem voor, bijvoorbeeld in afgravingen, op afgeplagd terrein, op kale oevers en beekstrandjes, langs drinkpoelen, in karresporen en op bospaden, dikwijls gemengd met andere Callitriche's.
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1988 (deel 3)
Gewoon sterrenkroos groeit bij voorkeur in neutraal, ionenrijk en voedselrijk water met hoge bicarbonaatconcentraties. Onder de inheemse sterrenkrozen is gewoon sterrenkroos de soort die op het breedste spectrum aan bodems gedijt: van zand tot klei, van mineraal tot organisch. Dit sterrenkroos vind je in allerlei relatief ondiep, stilstaand tot stromend water, zoals in wegkant- en drainagesloten, treksloten, greppels, beken, poelen, zomerdroge vijvers, grotere permanente plassen enz.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.