Mannetjesvaren is een voornamelijk holarctische soort met drie disjuncte arealen. Het grootste Euraziatische areaal beslaat Europa (vooral dan het westelijke deel), loopt uit via de Kaukasus tot in Noord-Pakistan en Kasjmir en via het Pamir-, Tiensjanen Altajgebergte tot in Zuid-Siberië. Een tweede centrum ligt voornamelijk in de Rocky Mountains en een derde in de Argentijnse Andes. ln België zijn de belangrijkste populaties te vinden in het Maasdistrict en de Ardennen. Vlaanderen ligt in het westelijke deel van het Europees-Aziatische areaal.
Mannetjesvaren is een uiterst algemene, momenteel zeker niet bedreigde bosvaren. De soort komt meer voor in de Leemstreek en de Kempen en wat minder in de Duinen, Polders en Zanden Zandleemstreek. Dat heeft wellicht te maken met het grotere bosareaal en de daardoor betere milieuomstandigheden voor de soort in die gebieden. Het aantal bekende vindplaatsen van mannetjesvaren gaat vooruit in Vlaanderen. De toename lijkt het grootst in het westelijke deel van Vlaanderen en in het stedelijke milieu. Op plaatsen waar mannetjesvaren en geschubde mannetjesvaren samen groeien, komt ook hun bastaard (D. x complexa) voor. Die tetraof pentaplo`|`de hybride is morfologisch intermediair tussen beide ouders en kan er alleen ondubbelzinnig van onderscheiden worden door karyologisch onderzoek. Veel vroegere vermeldingen van deze hybride slaan op D. affinis.
Mannetjesvaren is in Vlaanderen hoofdzakelijk een soort van bossen op vochtige tot droge, voedselarme tot matig voedselrijke, matig stikstofrijke tot stikstofrijke, zwak zure tot basische bodems. Ook op meer open plaatsen, zoals kapvlakten, duinstruweel en op (oude) muren kan de soort vrij algemeen zijn.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.