Stijf barbarakruid is een middelhoge tot hoge plant met lichtgele bloemen, die kleiner zijn dan bij Gewoon en Bitter barbarakruid. De buitenste twee kelkbladen hebben bovenaan een paar afstaande haren, die vooral goed te zien zijn als de bloemknop nog gesloten is. De natuurlijke standplaats van Stijf barbarakruid ligt in 'vloedbossen'. Het gaat daarbij vooral om Wilgenbossen in het mondingsgebied van de grote rivieren, waar de waterstand dagelijks met de eb en de vloed mee op en neer gaat (het zoetwatergetijdengebied ).
Het oorspronkelijke areaal van stijf barbarakruid strekt zich uit in Noord-, Centraal- en Oost-Europa en verder oostwaarts tot in Azië. Wellicht ligt de westgrens van het oorspronkelijke ver- spreidingsgebied net ten oosten van Vlaanderen. Voor zover bekend zou de soort in Wallonië nog ontbreken.
Pas in 1951 werd stijf barbarakruid voor het eerst in Vlaanderen waargenomen (ROBBRECHT 1977) en lange tijd bleef het een zeer zeldzame neofyt. Pas in de loop van de laatste decennia kende het een zeer sterke uitbreiding, blijkbaar eerst in de vallei van de Kleine Nete, maar spoedig ook in de rest van Vlaanderen. Vandaag is het een vrij algemeen verspreide soort. In principe kan stijf barbarakruid overal in Vlaanderen langs waterlopen opduiken. Gezien haar standplaatsen, werd de soort mogelijk oorspronkelijk door waterwild aangevoerd.
Stijf barbarakruid is een middelhoge tot hoge plant met lichtgele bloemen, die kleiner zijn dan bij Gewoon en Bitter barbarakruid. De buitenste twee kelkbladen hebben bovenaan een paar afstaande haren, die vooral goed te zien zijn als de bloemknop nog gesloten is. Door dit kenmerk zijn bloeiende planten van Stijf barbarakruid gemakkelijk te onderscheiden van de andere twee soorten, die onbehaarde kelkbladen hebben. De hauwen staan stijf rechtop in een dichte tros.
Stijf barbarakruid komt voor van Noord- en Midden- Europa tot Midden-Siberië. Nederland ligt aan de westrand van dit verspreidingsgebied. De soort komt hier plaatselijk vrij veel voor, het meest in rivier- en beekdalen en in sommige laagveengebieden. In een groot deel van het kustgebied ontbreekt zij.
De natuurlijke standplaats van Stijf barbarakruid in Nederland ligt in 'vloedbossen'. Het gaat daarbij vooral om Wilgenbossen in het mondingsgebied van de grote rivieren, waar de waterstand dagelijks met de eb en de vloed mee op en neer gaat (het zoetwatergetijdengebied ). Stijf barbarakruid staat in de hoger gelegen delen van deze bossen, op tamelijk lichte plekken. Tot voor kort waren deze Wilgenbossen als griend in gebruik. In gedeelten die pas gekapt waren, groeide deze plant in grote aantallen, samen met haar familielid de Bittere veldkers en met Groot springzaad (Impatiens noli-tangere). In Oost-Nederland heeft dit bostype een tegenhanger in de bossen in oude beekarmen, die 's winters doorstroomd worden. In zulke bossen is Stijf barbarakruid onder meer langs de Dinkel en de Regge te vinden. Voor het overige komt deze soort voor op kanaalbermen en langs slootkanten. Zij staat op gemiddeld nattere plaatsen dan Gewoon en Bitter barbarakruid.
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1987 (deel 2).
Stijf barbarakruid komt in Vlaanderen voor langs oevers van grote waterlopen, steeds vaker ook in het stedelijke gebied (kanaaltjes in binnensteden, kaaimuren in havens enz.). De soort groeit meestal in natte voedselrijke ruigten, niet zelden tussen de voegen van stenen oeverbeschoeiingen, tussen basaltblokken enz. Ze wordt er vaak samen aangetroffen met enkele andere neofyten, zoals grote engelwortel en zwart tandzaad.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.