Stijf vergeet-mij-nietje, vroeger Voorjaarsvergeet-mij-nietje genoemd, is een lage tot zeer lage, stijve en gedrongen, eenjarige plant die in de tweede helft van de lente bloeit. De bloemkroon is hoogstens twee millimeter in middellijn en de vruchtkelk is urnvormig en ongeveer tweemaal zo lang als breed. De plant komt voor op zonnige, droge, min of meer open plaatsen op zwak zure, voedselarme zandgrond en löss. Stijf vergeet-mij-nietje groeit vaak in grasland op plekken met reliëf, zoals zandduintjes en dijkbermen.
Stijf vergeet-mij-nietje heeft een hoofdzakelijk Europese verspreiding, die oostwaarts reikt tot de Oeral en de Kaukasus. De soort komt ook voor in Noord-Afrika (Atlasgebergte). Ze ontbreekt op de Britse Eilanden, en in delen van het Middellandse- Zeegebied (onder andere Italië) en het Iberisch Schiereiland is ze zeer zeldzaam of ontbreekt ze. Stijf vergeet-mijnietje komt verspreid in vrijwel heel België voor, maar is overal zeldzaam tot zeer zeldzaam.
De soort blijkt in Vlaanderen na 1971 duidelijk vaker te zijn waargenomen dan voorheen. Opvallend is dat de gegevens tamelijk gelijkmatig over heel Vlaanderen verspreid liggen. Vaak betreft het opgaven van groeiplaatsen langs spoorwegen. Of er sprake is van een reële vooruitgang valt moeilijk te beoordelen. Stijf vergeet-mij-nietje wordt regelmatig verkeerd gedetermineerd. Het wordt gemakkelijk verward met veelkleurig of ruw vergeet-mij-nietje, die in soortgelijke milieus voorkomen. Dat heeft tot gevolg dat de precieze trend niet kan worden bepaald.
Stijf vergeet-mij-nietje vroeger minder juist Voorjaarsvergeet-mij-nietje genoemd – is een lage tot zeer lage, tamelijk stijve en gedrongen, eenjarige plant, die in de tweede helft van de lente bloeit. De bladonderkant draagt nabij de aanhechtingsplaats van het blad aan de stengel tussen de afstaande haren ook haakvormig gekromde haren. Bij volledige ontwikkeling nemen de schichten bijna de hele hoogte van de plant in. In de regel dragen ze enkele bladeren: vaak één bij de onderste bloem en nog één tussen hogerop staande bloemen. De bloemkroon is hoogstens twee millimeter in middellijn; de buis korter dan de kelk en de schotelvormige zoom komt nauwelijks buiten de kelk uit. De stelen van de vruchtkelken in het midden van een schicht zijn zeer kort en staan schuin omhoog, onder een hoek van minder dan 45° (de onderste bloem kan een iets langer, gekromd steeltje hebben). De vruchtkelk is urnvormig en ongeveer tweemaal zo lang als breed, met de grootste breedte iets onder het midden. Hij is ongeveer tot de helft gespleten, met rechtopstaande of samenneigende slippen.
Stijf vergeet-mij-nietje komt voor in Midden- en Oost-Europa en aangrenzend West-Azië, voorts hier en daar in Spanje en het Atlasgebied. De westgrens van zijn areaal loopt van Midden-Frankrijk naar Midden-Scandinavië en doorkruist ook Nederland, waar deze plant bepaald zeldzaam is. Het meest komt Stijf vergeet-mij-nietje voor op de hoge randen van het Maas- en het Rijndal in het zuidoosten en midden van ons land, verder op een aantal verspreide groeiplaatsen. Het ontbreekt in het noordoosten en in zeeklei- en veengebieden. Uit het Deltagebied zijn alleen vindplaatsen bekend in Zeeuws-Vlaanderen, van de Waddeneilanden alleen op Texel. Omtrent deze soort heerst veel verwarring, doordat bepaalde vormen van andere Vergeet-mij-nietjes ervoor worden aangezien.
Stijf vergeet-mij-nietje is een plant van zonnige, droge, min of meer open plaatsen op zwak zure, vrij voedselarme, vaak leem- of slibhoudende zandgrond en op löss. In vergelijking met Ruw vergeet-mij-nietje staat het meestal – maar niet altijd – op kalkarmere en minder rulle, meer vastgelegde bodem. In grasland is het hoofdzakelijk in gaten in de grasmat in reliëfrijk terrein aan te treffen: op beweide zandduintjes in het winterbed van de rivieren (langs de Maas en op een enkele plek langs Merwede en Overijsselse Vecht), op zuidwaarts gerichte dalwanden in Limburg, voorts hier en daar in zandige weg- en dijkbermen. Aan de zuidrand van de Utrechtse Heuvelrug staat Stijf vergeet-mij-nietje in enige zandgroeven. Vooral in Zuid-Limburg komt het op spoorwegemplacementen voor. Zelden wordt het nog aan de rand van graanakkers aangetroffen, op de overgang van rivierdalen naar pleistocene zandgronden. In de duinen is het slechts enkele malen gevonden. Met Ruw vergeet-mij-nietje komt het zelden samen voor; met Veelkleurig vergeet-mij-nietje vaker.
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1988 (deel 3)
Stijf vergeet-mij-nietje geeft de voorkeur aan (matig) warme standplaatsen. De plant groeit op zonnige plaatsen en kiest voor een droge, zwak zure en voedselarme, zandige of lemige bodem. Men kan de soort vinden in open graslanden, als pionier in zandige graanakkers of langs spoorwegen.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.