Leefgebied en trend
In Vlaanderen is de Watersnip een zeldzame broedvogel. In de jaren 70 werd het aantal broedparen nog geschat op 110-150. Daarna kende de soort een gestage achteruitgang van ruim 80%, met tijdens de vorige atlasperiode nog ongeveer 30-50 paren. In de periode 2013-2018 lag het aantal territoria doorgaans rond de 20 à 25, met in 2016 een uitschieter van ongeveer 35. Ruim 95% van alle territoria zijn momenteel gelegen in Limburg, vooral in de Vallei van de Zwarte Beek. De Limburgse aantalsevolutie geeft dus in grote mate de totale Vlaamse trend weer, met een duidelijk fluctuerend verloop tijdens de laatste 25 jaar. Het Groot Schietveld te Brecht was het enige gebied buiten Limburg waar in de periode 2013-2018 in meer dan één jaar een territorium werd vastgesteld. Door de hoge habitateisen komt deze steltloper vrijwel enkel nog voor in reservaten waar een geschikt beheer voor deze soort wordt toegepast. In Noordwest-Europa broeden meer dan een half miljoen Watersnippen, waarvan het overgrote deel in Fenno-Scandinavië en op IJsland. De ooit forse Nederlandse broedpopulatie, die rond 1970 mogelijk 10.000 paartjes telde, is echter gedecimeerd en de soort is verdwenen uit grote delen van het land. In 2013-2015 werd de populatie er geschat op 1000-1500 paar, met weliswaar opnieuw een lichte toename tijdens de laatste 10 jaar. De belangrijkste broedgebieden liggen nu nog in de veenweidegebieden van Friesland, Noordwest Overijssel en Waterland (Noord-Holland).