De Zilveren maan komt voor in vochtige, voedselarme graslanden. De soort heeft 2 generaties waarvan de eerste vliegt van midden mei tot midden juni en de tweede van midden juli tot midden augustus. De eitjes worden afzonderlijk afgezet op de waardplanten of op strooisel in de buurt van de waardplant Moerasviooltje. De overwintering vindt plaats als half volgroeide rups in het strooisel. Ze verpoppen in de vegetatie. Een vaak gebruikte nectarplant is Echte koekoeksbloem. De vlinders zijn vrij mobiel.