Het Bleeksporig of gewoon bosviooltje is een ijl behaard, blauw viooltje. De kroonbladeren zijn vrij breed en overlappen elkaar en de kelkbladeren zijn spits. De spoor is roomwit gekleurd, hoogstens een beetje blauw aangelopen. De blaadjes hebben een hartvormige voet.
De twee bosviooltjes onderscheiden zich van de andere blauwe viooltjes door de combinatie van een bebladerde stengel met hartvormige blaadjes.
Het Bleeksporig bosviooltje kan je onderscheiden van het Donkersporig bosviooltje door de spoor die lichter is dan de kroonbladeren, die spoor heeft ook een groef aan de top of is ingedeukt.
Een goed bosbeheer of graslandbeheer dat er voor zorgt dat de vegetatie niet verruigd is nodig. Verder heeft het Bleeksporig bosviooltje geen specifiek beheer nodig.
Het areaal van bleeksporig bosviooltje omvat nagenoeg heel Europa, met uitzondering van het hoge Noorden en delen van Zuidoost-Europa (vooral Oekraïne en het zuiden van Europees Rusland). Daarbuiten komt de soort ook voor in Noord-Afrika. In Wallonië komt bleeksporig bosviooltje wijdverspreid voor.
Op Vlaamse schaal is bleeksporig bosviooltje een algemene soort. Het talrijkst is het in Vlaanderen in de Leemstreek en de Voerstreek. Maar ook op wat lemiger zandgronden in de Kempen en de Zand- en Zandleemstreek is de soort niet zeldzaam; lokaal is ze zelfs algemeen. Enkel in de Duinen en de Polders ontbreekt ze of is ze zeer zeldzaam. Er zijn weinig verschillen tussen de eerste en tweede karteerperiode: toch lijkt de soort in verhouding tot de toegenomen inventarisatiegraad enigszins achteruit te gaan.
Bleeksporig bosviooltje gedijt zowel in het bos als in graslandsituaties. Het is minder schaduwminnend dan donkersporig bosviooltje en staat bij voorkeur op matig droge tot matig vochtige standplaatsen op leem, zandleem en lemig zand. Men vindt de soort geregeld in lichtrijke bosbestanden, op doorgaans matig voedselrijke, vrij zure tot licht zure of neutrale bodems met eerder matig verterend strooisel. Bleeksporig bosviooltje groeit op kapvlakten of open plekken, langs boswegen, in wat schralere bosranden en in houtkanten en hagen. Daarnaast kan het worden aangetroffen in kortgrazige bermen naast graasweiden en op de hogere delen van hellinggraslanden.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.