De meest gebruikte Nederlandse naam voor de invasieve soort is Japanse duizendknoop. Het gaat echter om twee soorten en hun kruising, die een rol spelen in het invasieproces. Japanse duizendknoop (Fallopia japonica) en Sachalinse duizendknoop (Fallopia sachalinensis) vormen de hybride Boheemse duizendknoop (Fallopia x bohemica). De duizendknopen worden in het veld vaak niet onderscheiden gezien hun grote gelijkenis. Ze kunnen niet worden verward met enige inheemse soort. Het gedrag en de bestrijdingsmethoden van de invasieve duizendknopen is nagenoeg hetzelfde. Daarom spreken we verder over invasieve duizendknoop. Volgende pagina's die kunnen helpen bij de bestrijding van duizendknoop zijn beschikbaar:
Eén eenvoudige maatregel voor het verwijderen en/of controleren van een invasieve duizendknoophaard bestaat tot op vandaag helaas niet.
Elke situatie is uniek en daarom moet de beheeraanpak op maat van het terrein ontworpen worden. Het is belangrijk de juiste doelstelling te kiezen (uitroeien, indijken of het verspreidingsrisico beperken) en daarnaast in te zetten op preventie, controle en nazorg.
Klik hier om een beheeraanpak voor invasieve duizendknoop te ontwerpen.
Invasieve duizendknopen breiden zich van nature, spontaan uit in oppervlakte. Afhankelijk van de situatie gebeurt dit geleidelijk of heel snel. Dit proces is heel moeilijk te voorspellen. Op vergraven terreinen en op voedselrijke grond in de zon zal de uitbreiding sneller gaan. Ook verschilt de groeikracht van plant tot plant. Haarden kunnen gedurende vele jaren vrij stabiel, klein of onopgemerkt blijven en plots beginnen uitbreiden wanneer ze ‘verstoord’ worden.
Wanneer stengels worden beheerd tijdens het groeiseizoen, worden de wortelstokken geactiveerd en kan snelle, ondergrondse horizontale uitbreiding plaatsvinden. Niet zelden leiden goed bedoelde beheermaatregelen zoals maaien, afdekken of het vernevelen van gif tot de kolonisatie van een nog grotere oppervlakte dan die de oorspronkelijke haard innam. Deze eigenschappen geven hem de reputatie van een onuitroeibare woekerplant.
De invasieve duizendknoop goed beheren, vraagt kennis van zake. Momenteel bepalen beheerders onafhankelijk van elkaar, meestal op het niveau van een terrein, gebied of regio, welke doelen ze nastreven en welke maatregelen hiertoe worden ingezet. We raden beheerders aan om voor het gebied waarvoor ze bevoegd zijn, steeds een algemene beheerstrategie uit te werken die werkt volgens de drietrapsaanpak: 1) vermijden van introducties 2) vroege waarschuwing en snelle verwijdering en 3) populatiecontrole.
Japanse duizendknoop is een uitheemse soort in Vlaanderen. Ze is inheems in China, Japan, delen van Korea en Taiwan. Ginder komt ze voor als pioniersoort van open habitats, zoals vulkanische hellingen. Sachalinse duizendknoop komt oorspronkelijk enkel voor in een regio in het noorden van Japan.
In hun nieuw gekoloniseerd areaal in West‐, Centraal‐ en Noord‐Europa, maar ook in het noorden van de Verenigde Staten en het zuiden van Canada zijn de drie duizendknopen wijdverspreid. De zuidelijke en oostelijke areaalgrenzen worden bepaald door het optreden van zomerse droogte. De noordelijke areaalgrens wordt bepaald door late vorst en een hieraan gekoppeld kort groeiseizoen.
In Vlaanderen is de Japanse duizendknoop abundant en wijdverspreid. Wellicht komt ook Boheemse duizendknoop wijdverspreid voor, maar wordt/werd deze vaak gerapporteerd als Japanse duizendknoop. Het voorkomen van Sachalinse duizendknoop is effectief beperkter met concentraties rond Brussel en Gent.
De verspreiding wordt via de Florabank gemonitord op kilomerhok‐niveau. Vandaag komt in bijna 40% van de onderzochte kilometerhokken van de Florabank Japanse duizendknoop voor. Binnen een besmet hok kan het aantal groeiplaatsen nog toenemen, maar deze toename wordt niet geregistreerd op niveau Vlaanderen.
Invasieve duizendknopen komen voor in een breed scala van biotopen. Lokaal vaak massaal in bermen, spoorwegbermen en langs waterlopen. Japanse duizendknoop groeit regelmatig ook in houtkanten, bossen en andere meer natuurlijke habitats.
Kleine oppervlaktes van invasieve duizendknoop vormen zelden een probleem. Grote, aaneengesloten vegetaties kunnen echter de beheerdoelen of de functies van het terrein in het gedrang brengen. Het is daarom cruciaal om voeg genoeg in te grijpen.
De invasieve duizendknoopsoorten zijn momenteel niet opgenomen in een Europees of Vlaams beleidskader. Het staat de beheerder of eigenaar vrij om al dan niet rekening te houden met een besmetting op zijn terrein.
De enorme uitbreidingscapaciteit en de mogelijkheid zich te vestigen op zo goed als elk type bodem in diverse leefmilieus, maakt de duizendknopen tot de meest invasieve exoten in Europa. De plant loopt zeer vroeg in het seizoen uit en heeft een enorme groeisnelheid, waardoor een gesloten bladerdek ontstaat dat overige vegetatie volledig overgroeit en verdringt.
Invasieve duizendknoop verspreidt zich in onze streken vooral vegetatief. Invasieve duizendknoop bouwt reserves op in zijn wortelstokken die toelaten dat een volledige nieuwe haard kan ontstaan uit een klein rizoomfragment wanneer dat minstens een knoop heeft. De wortelstokken zijn hard en taai en kunnen een lange ongunstige periode overleven om bij gunstige omstandigheden terug uit te schieten. Hoewel stengels ook scheuten kunnen vormen op de knopen is het risico dat ze kunnen uitgroeien tot nieuwe planten in het wild eerder beperkt.
Haarden kunnen gedurende vele jaren vrij stabiel in oppervlakte blijven en pas beginnen uitbreiden wanneer ze verstoord worden. Wanneer stengels worden gemaaid of op een andere manier worden onderdrukt tijdens het groeiseizoen, worden de wortelstokken geactiveerd en kan snelle, ondergrondse horizontale uitbreiding plaatsvinden. Niet zelden leiden goed bedoelde beheermaatregelen zoals maaien, afdekken of het vernevelen van gif tot de kolonisatie van een nog grotere oppervlakte dan die de oorspronkelijke haard innam.
In Vlaanderen ontstaan nieuwe haarden meestal door beheeringrepen, graafwerken of grondverzet. Elk type beheer waarbij er wortelstokfragmenten of onderste stengeldelen op onbesmette plekken kunnen terechtkomen, houdt een risico op verspreiding in. Kronen en wortelstokken bevinden zich vaak ook op of nabij het maaiveld. Wanneer een duizendknoophaard dicht bij het maaiveld wordt afgezet, is het zeer waarschijnlijk dat wortelstokfragmenten of onderste stengeldelen worden meegemaaid en verspreid worden. Grond die wortelstokken van invasieve duizendknoop bevat, mag volgens de regelgeving vrij hergebruikt worden. Hierdoor ontstaan vele nieuwe besmettingen. Bij hergebruik van besmette bodem in de toplaag, staat het vast dat nieuwe populaties zich zullen ontwikkelen in de daarop volgende jaren. Ook via de rupsen, banden en carrosserie van graaf‐ en andere machines die af en aan rijden, kunnen wortelstokken verspreid worden over een grotere oppervlakte.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.