Phaeozems

Phaeozems zijn gronden met een donkere oppervlaktehorizont van meer dan 20 cm dik, die rijk is aan organische stof (≥ 0.6 % OC) en met een hoge basenverzadiging (BS ≥ 50 %). In het Vlaamse Gewest komen deze bodems, verspreid over 2,6%, vaak voor in slecht gedraineerde delen van alluviale valleien en worden dikwijls gebruikt voor populierenaanplanting of weiden.

Gleysols

Dit zijn zeer slecht gedraineerde bodems met een permanente grondwatertafel.

Technosols

Dit zijn “bodems” die door zware technische ingrepen gevormd zijn. Deze bodemgroep omvat bebouwde gebieden, vergraven en industriële terreinen, vervuilde gronden, alsook storten en mijnterrils.

Anthrosol

Deze bodems zijn eeuwenlang aangerijkt met organische stof zoals met plaggen of strooisel uit moerasbossen in de Kempen, met teelaarde in het land van Waas waardoor bolle akkers zijn ontstaan, of stadsmest rond stedelijke centra. Typisch hebben deze bodems zwarte humusrijke horizonten van meer dan 50 cm.

Histosols

Dit zijn bodems met een dikke organische horizont of horizonten (> 40 cm), de typische veenbodems. In het Vlaamse Gewest worden nagenoeg alle veengronden gevoed door grondwater (Rheic Histosols); in het Waalse Gewest, zoals op de Hoge Venen, komt ook veen voor dat door hemelwater gevoed wordt (Ombric Histosols). Histosols komen het meest voor in valleien in de Kempen en omvatten minder dan 0.5% van de bodems in het Vlaamse gewest. In de kustpolders zijn heel wat veengronden begraven onder relatief recente zeeafzettingen. Op de bodemkaart van België zijn veengronden met een V aangeduid.