De plantspade ‘Neheim’ is ontwikkeld in een bosbouwschool in het Duitse Neheim, vandaar de originele naam ‘Neheimer Pflanzspaten’. Het is een origineel handwerktuig in vele opzichten. Het lijkt een spade, maar je graaft er niet mee. Het blad komt van een Rhodener planthak en is gemaakt van verenstaal dat niet snel opgeeft als je er mee wrikt. Naast het blad steekt een lange voettrede uit. De steel is langer dan een gewone spade om mee te spitten en het T-handvat is breed genoeg om met twee handen vast te houden. En als dat alles nog niet vreemd genoeg is: het lijkt alsof je de plantspade ‘Neheim’ achterstevoren gebruikt. Terwijl het blad van een gewone spade geknikt als een lepel van je weg wijst als je er mee werkt, is het bij de ‘Neheim’ plantspade net omgekeerd.

De dubbele planthak is vooral bekend in streken waar veel naaldhout wordt geplant. De planthak heeft een bijlkant aan de ene zijde en een rechte of afgeronde hak aan de andere zijde. Het metaal van de dubbele hak is gesmeed, wat maakt dat je er stevig mee kan wrikken en wringen zonder dat het werktuig beschadigd wordt. Daarom wordt de planthak ook gebruikt om ongewenste vegetatie te rooien.

Een handboor of grondboor is een T-vormig handwerktuig met een metalen boor op het uiteinde. De punt van de boor zorgt ervoor dat het werktuig in de grond wordt getrokken als je het rechtsom draait. In de kooi van de boor is er ruimte om het bodemmateriaal op te vangen en naar boven te brengen.

Een spade is een handwerktuig om te graven dat bestaat uit een metalen blad en een steel. De steel is van hout of kunststof en is meestal voorzien van een T- of D-handvat. Spades worden gebruikt om te spitten, te graven of bomen te planten.