Hakhout

In een hakhoutbos hebben de bomen één wortelstelsel met daarop verscheidene stammen. Dit komt omdat de scheuten regelmatig afgehakt worden, waarna de stronk weer uitschiet.

Capillair

Als je aan de rand van een glas water kijt, zal je zien dat het water zelf een klein beetje tegen het glas omhoog kruipt. Dat omhoogkruipen zal in nauwe openingen zoals buisjes, houtvaten of tussen bodemkorrels worden versterkt. Het water wordt als het ware omhoog gezogen. Dit fysisch proces wordt capillaire opstijging genoemd.

Brak

Qua zoutgehalte tussen zoet- en zoutwater in liggend. Waar rivieren in zee uitmonden is er een zone waar het water brak is. Het is ook mogelijk dat zout water via kwel in polders opwelt waardoor ook brakke of zilte omstandigheden ontstaan.

Biomassa

Biomassa is de gezamelijke massa van de levende materie in een ecosysteem of een deel daarvan. De biomassa van een bos is dus de massa (in ton vb) van alle bomen, kruidachtige planten, struiken, dieren schimmels etc... Meestal wordt dit uitgedrukt per eenheid van oppervlakte (ton per hectare vb). Biomassa kan ook gebruikt worden per soort, enkel bovengronds of ondergronds, enkel het plantaardig materiaal,...

Herpetofauna

De aanwezige reptielen en amfibieën van een bepaald gebied wordt de herpetofauna genoemd. Biologisch nogal een vreemde term, omdat de beide groepen niet aan elkaar verwant zijn. Het is een oude term uit de tijd dat de indeling in het dierenrijk nog grotendeels gebaseerd was op de wijze van voortbewegen. Erpetron betekent kruipen in het Grieks, et is dus de kruipende fauna.

Avifauna

De aanwezige vogelsoorten van een bepaald gebied wordt de avifauna genoemd.

Autochorie

Autochorie wordt gebruikt bij plantensoorten die systemen hebben ontwikkeld om zaden zelf te verspreiden, dus zonder de hulp va wind, dieren of water. Dat kan door zaden weg te schieten zoals bij de springzaden of Brem.

Areaal

Het areaal is het verspreidingsgebied van een een soort, een levensgemeenschap of een biotooptype. De grenzen van het verspreidingsgebied worden bepaald door de habitateisen van een soort, het klimaat en door natuurlijke barrières.

Abundantie

Abundantie wordt gebruikt om aan te geven hoe frequent een soort voorkomt, meestal gekoppeld aan een bepaalde oppervlakte. Deze term wordt bijvoorbeeld gebruikt in de vegetatiekunde, waar verschillende systemen bestaan om de abundantie van plantensoorten in de vegetatie aan te geven.

Kensoort

Soort die als typisch wordt beschouwd voor een leefgemeenschap en meestal wordt gebruikt in de vegetatiekunde. Soort die in één vegetatietype duidelijk meer voorkomt dan in andere gemeenschappen en dus daar haar optimum heeft. Een voorbeeld is goudveil in Essenbronbos