Trama

De steriele laag die zich bij houtzwammen tussen de hoedhuid en de buisjeslaag bevindt.

Thyllen

Gomblaasjes, ballonachtige uitstulpingen van de parenchymcellen in een houtvat, die het houtvat volledig kunnen afsluiten.

Teleomorf

Geslachtelijke voortplantingsvorm van een schimmel, in tegenstelling tot de anamorf.

Tannine

Verzamelnaam voor polyfenolen die door planten gevormd worden, zoals looizuur. Ze kunnen in hout, vruchten of andere plantendelen voorkomen.

Symbiont

Organisme dat een symbiose aangaat, een samenwerking waar beide partners voordeel aan hebben.

Strooisellaag

De verzameling van alle op de grond gevallen bladeren, naalden, takken, twijgen, knoppen, knopschubben, bloeiwijzes, vruchten, vruchtschalen, kegels en zaden van een boom.

Stroma

Meestal vlakke korst waarin of waarop zich bij zakjeszwammen de peritheciën kunnen ontwikkelen. Kan ook soms de vorm aannemen van een steriele viltig-harige hyfenmat.

Specialist

Soort die gebonden is aan één organisme of één type substraat, in tegenstelling tot een generalist.

Selectieve delignificatie

Type witrot waarbij de houtstof (lignine) wordt gemodificeerd en waarbij de celstof (cellulose) in eerste instantie onaangetast blijft, maar later ook volledig afgebroken wordt.

Schorspioniers

Saprotrofe paddenstoelen of zwammen die als eerste op en onder de schors van dode takken en stammen verschijnen en het hout ontschorsen.