Cirkel van paddenstoelen, ontstaan uit de zwamvlok van één schimmel.

Een primaire parasiet kan een gezonde gastheer aanvallen, in tegenstelling tot een secundaire parasiet of zwakteparasiet, die enkel een reeds verzwakte gastheer kan aanvallen. Die verzwakking kan het gevolg zijn van een verwonding, van abiotische stressfactoren of van verzwakking door een primaire parasiet.

Voortplantingsorgaan van een schimmel: een paddenstoel of een zwam, die meestal bovengronds, maar ook soms ondergronds gevormd wordt (bv. bij de truffels). Bevat het kiemvlies waarop of waarin zich de sporen ontwikkelen.

Beschermend vliezig of draderig weefsel dat de hoedrand van een paddenstoel met de steel verbindt. Resten van dit vlied vormen een ring, ringzone of cortine (gordijnzwammen) om de steel en/of blijven achter als franje aan de hoedrand (franjezwammen).

Beschermend vliezig of draderig weefsel dat een jong vruchtlichaam van een schimmel volledig omsluit. Van dit vlies blijven fragmenten achter op de hoed (bv. de stippen bij vliegenzwam) en als beurs of volva om de steelvoet (bv. bij de beurzwammen).

Zich ongeslachtelijk voortplantend (bij schimmels).