Zwamvlok van een schimmel, het geheel van alle schimmeldraden.
Lagere schimmels, die zich hoofdzakelijk ongeslachtelijk voortplanten.
Radiale verbinding tussen schors en kernhout, opgebouwd uit parenchymcellen.
Schimmels met geslachtelijk voortgebrachte vruchtlichamen: de paddenstoelen en zwammen.
De zone op de grond rondom een boom die gemarkeerd wordt door de buitenrand van de kroon loodrecht omlaag te projecteren.
Kiemvlies, een laag waarop of waarin de sporen gevormd worden bij schimmels.
Zwamdraad waaruit de zwamvlok en de meeste vruchtlichamen van schimmels opgebouwd zijn.
Een groep van nauw verwante koolhydraten die worden aangemaakt in planten en die een belangrijke component zijn van de celwand.
Soort die niet gebonden is aan één organisme of type substraat, in tegenstelling tot een specialist.
Lagere schimmels die in symbiose leven met groene planten en bomen en waarvan de zwamdrade in levende wortelcellen doordringen.