Akkerviltkruid is een lage, grijswit viltige, eenjarige zomerbloeier. Gewoonlijk is de rechtopstaande stengel aan de voet onvertakt en draagt hij in de bovenste helft een aantal schuin omhooggerichte, korte zijtakken, wat de plant een smal piramidevormige habitus geeft. De middelste omwindselbladen van de hoofdjes zijn meer bootvormig gevouwen dan bij Dwergviltkruid. Ze zijn langs de rand sterk viltig, op de ruglijn veel minder behaard, waardoor hoofdjes witte en grijze lengtestrepen lijkt te vertonen. Akkerviltkruid groeit op zandig bouw- en braakland, aan wegkanten en aan rivieroevers.
Akkerviltkruid is een continentale soort, met een areaal dat zich uitstrekt over Midden-. Oost- en Zuidoost-Europa. Vlaanderen lag ook vroeger reeds aan de grens van het verspreidingsareaal. Uit Wallonië zijn alleen historische groeiplaatsen bekend. De soort werd er volgens de Atlas (VAN ROMPAEY & DELVOSALLE 1972) na 1939 niet meer waargenomen, maar toch is er nog een waarneming uit 1958 (SAINTENOY-SIMON 1999).
In Vlaanderen is akkerviltkruid verdwenen. De herbariumvondsten uit de negentiende eeuw komen hoofdzakelijk uit de Kempen en het Hageland. De laatste twee herbariumvondsten, aanwezig in de Plantentuin in Meise dateren van 1918 en 1919. De plant is ook in Nederland verdwenen. In Duitsland is de soort met verdwijnen bedreigd.
Akkerviltkruid is een lage, grijswit viltige, eenjarige zomerbloeier. Gewoonlijk is de rechtopstaande stengel aan de voet onvertakt en draagt hij in de bovenste helft een aantal schuin omhooggerichte, korte zijtakken, wat de plant een smal piramidevormige habitus geeft. Bij forse planten kunnen aan de basis enige 'gelijkwaardige' rechtopstaande stengels ontspringen. De hoofdjes komen grotendeels met die van Dwergviltkruid overeen en zijn op soortgelijke wijze geordend. De middelste omwindselbladen zijn meer bootvormig gevouwen dan bij Dwergviltkruid. Ze zijn langs de rand sterk viltig, op de ruglijn veel minder behaard, waardoor het hoofdje witte en grijze lengtestrepen lijkt te vertonen.
Akkerviltkruid komt voor in Europa met uitzondering van de noordelijkste en noordwestelijkste delen, en in West- en Midden-Azië. In Noord-Amerika, waar het als adventiefplant terecht is gekomen, breidt het zich sterk uit. In Nederland is het hoofdzakelijk bij Nijmegen gevonden, verder sporadisch langs de grote rivieren, op de westelijke Veluwe en in de Hollandse duinen. Veel opgaven zijn onbetrouwbaar, omdat vaak forse exemplaren van Dwergviltkruid voor deze soort werden aangezien. Akkerviltkruid groeide op zandig bouw- en braakland, aan wegkanten en aan rivieroevers. In zuidoostelijk Nedersaksen is het recent nog in enige grindgroeven aangetroffen. In ons land is Akkerviltkruid in de laatste veertig jaar nog maar driemaal waargenomen: bij Elten, dat inmiddels weer tot Duitsland behoort, aan de Waal bij Leeuwen, en als adventiefplant bij Amsterdam. Eertijds kwam het op enige plaatsen samen voor met Duits en/of Geel viltkruid en met Stijf vergeet-mij-nietje (Myosotis stricta).
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1991 (deel 4)
Akkerviltkruid is een duidelijk warmteminnende soort van akkers en vroege stadia van braakland op zandige grond. De soort kan ook wel in droge graslanden gevonden worden. Ze verkiest eerder zure bodems en verdraagt helemaal geen bemesting.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.