Bruin cypergras is een lage, eenjarige plant die in de zomer of herfst bloeit en dichte pollen vormt met liggende tot rechtopstaande stengels en rood getinte wortels. De bladschijf is grasachtig en minder dan een halve centimeter breed, en de bloemen hebben twee meeldraden en drie stijlen. De plant komt voor in Europa, Zuidwest-Azië, Centraal-Azië, en aan de noordrand van Afrika, vooral langs grote rivieren en op voedsel- en basenrijke, drassige grond die afwisselend onder water staat en droogvalt. Bruin cypergras groeit goed in zowel volle zon als lichte schaduw en is vooral te vinden in riviergebieden, op oeverstroken, en in moerasbossen. Het komt op warme zomers vaker voor.
Het areaal van bruin cypergras omvat delen van Europa en Azië. In Europa is het vooral een plant van het zuiden en het oosten, die nauwelijks voorkomt in het Noordzeegebied en weinig ten noorden van 55° NB. In Wallonië is de soort zeer zeldzaam en vertoont duidelijk een achteruitgang (SAINTENOY- SIMON 1999).
In Vlaanderen is bruin cypergras zeer zeldzaam. De meeste vindplaatsen bevinden zich langs de Maas en de Schelde en in het vijvergebied van Midden-Limburg. De plant is sterk achteruitgegaan in vergelijking met de periode voor 1940. Tijdens de laatste karteerperiode is ze op talrijke, nieuwe vindplaatsen opgedoken.
Bruin cypergras is een meestal zeer lage, eenjarige, grasgroene plant die in de voorzomer of zomer kiemt en in de zomer of herfst bloeit. De plant vormt dichte pollen met liggende tot min of meer rechtopstaande stengels en rood getinte wortels. De bladschijf is vlak, grasachtig en minder dan een halve centimeter breed. De onderste schutbladen steken ver buiten de bloeiwijze uit. De kafjes zijn zwart of zwart tot roodbruin met een groene kiel, zelden geheel groen. Anders dan bij de meeste cypergrassen bevatten de bloemen twee meeldraden; de stamper heeft drie stijlen. Het nootje is scherp driekantig met de breedste kant naar de aarspil gekeerd. Bij vruchtrijpheid vallen de kafjes af, te beginnen met het onderste, waarbij de zigzagsgewijs heen en weer gebogen aarspil zichtbaar wordt.
Bruin cypergras dringt in Eurazië van alle Cyperus-soorten het verst noordwaarts door. Het komt voor in Europa, noordwaarts tot Zuid-Engeland en het zuidelijk Oostzeegebied, in Zuidwest- en Centraal-Azië, en aan de noordrand van Afrika. In Nederland is het zeldzaam langs de grote rivieren en in Zuid-Limburg; verder is het op een aantal verspreide plaatsen in het zuidoosten en midden van het land aangetroffen.
Bruin cypergras pioniert op spaarzaam begroeide, voedsel- en basenrijke, meestal humeuze zand-, leem- en kleigrond, soms op veen, op plaatsen die 's winters onder water staan en 's zomers droogvallen maar niet uitdrogen, ofwel het jaar rond drassig zijn. Het gedijt zowel in de volle zon als in lichte schaduw. In warme zomers komt het opvallend meer voor dan in andere jaren. De meeste kans op een vondst van Bruin cypergras hebben grondige speurders in het rivierengebied.
Tot voor kort werd het voornamelijk langs de Rijn en zijn zijtakken aangetroffen, maar vooral vanaf de jaren tachtig wordt het in toenemende mate aan de Maas waargenomen; langs de Dinkel is het sinds lang verdwenen. Het groeit zowel buiten- als binnendijks, op de droogliggende oeverstrook van rivieren en rivierarmen, wielen, klei-, zand- en grindgroeven. Westwaarts dringt het door tot in het zoetwatergetijdengebied. In de waarden van oostelijk Zuid-Holland is het op door vee vertrapte oeverstroken langs poldersloten gevonden. In Zuid-Limburg staat Bruin cypergras op kale grond — bijvoorbeeld aan greppeltjes — in loofbossen en langs bosbiesruigten op drassige hellingen. In de IJsselmeerpolders groeide het kort na de drooglegging op kwelplekken. In andere gebieden verschijnt het soms onverwachts in warme jaren op open plekken in moerasbossen of in drooggelopen greppels. Langs de rivieren treedt Bruin cypergras op in gezelschap van naaldwaterbies en soms ook slijkgroen (Limosella aquatica); elders wordt het vaak door louter alledaagse soorten vergezeld, bijvoorbeeld zomp- en greppelrus (Juncus articulatus en bufonius).
Een zowel uiterlijk als ecologisch op Bruin cypergras lijkende soort, die tot ruim een halve eeuw geleden in Nederland voorkwam, is Geel cypergras (Cyperus flavescens). Dit heeft gelige wortels, bladeren met een veelal gootvormige bladschijf, en een hoofdjesachtig kluwen van aren met strogele kafjes. De bloemen bevatten drie meeldraden en een stamper met twee stijlen. Het nootje is lensvormig. Geel cypergras behoort tot de plantesoorten met een zeer groot (wellicht zelfs kosmopolitisch) areaal; zwaartepunten hiervan liggen in tropisch Afrika, noordoostelijk Zuid-Amerika, zuidoostelijk Noord-Amerika en de zuidelijke helft van Europa. In Nederland is het bijna alleen in het zuidoosten gevonden, noordwaarts tot in Twente, waar het aan het begin van de 20ste eeuw nog op diverse plaatsen groeide, maar na 1906 niet meer is waargenomen. In de Achterhoek werd het voor het laatst gezien in 1915, in Limburg (bij Sittard) in 1939. Het groeide vooral op 's winters overstroomde, 's zomers droogvallende zandgrond langs beekjes en kleine rivieren, voorts op soortgelijke plekken aan de rand van veentjes, samen met andere eenjarige dwergjes zoals Draadgentiaan (Cicendia filiformis). De oorzaak van zijn verdwijning is niet geheel duidelijk; een nieuwe vondst blijft tot de mogelijkheden behoren. Evenals bij ons was Geel cypergras ook in België en Noordwest-Duitsland sinds lang niet meer gevonden, maar in 1986 werd het in Westfalen aangetroffen op slechts tien kilometer van de Nederlands-Duitse grens. Het stond hier op twee plekken op zandbanken langs riviertjes.
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1994 (deel 5)
Bruin cypergras is een eenjarig plantje dat pas laat kiemt. Het gedijt dan ook het best op weinig begroeide standplaatsen die in de winter onder water staan en in de zomer droogvallen. Dat kunnen oevers van visvijvers of waterlopen zijn, of opgespoten terreinen. Het is geen soort van voedselarme plaatsen: ze komt voor op allerlei grondsoorten.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.