Bouwen aan groenexpertise

Dotterbloem

Caltha palustris

Gerelateerd onderwerp

Kwel

is een indicator van een goede toestand voor

Natuurstreefbeeld: Matig voedselrijk broekbos (91E0_vm)

is een indicator van een goede toestand voor

Natuurstreefbeeld: Valleibossen (91E0_va)

is een indicator van een goede toestand voor

Natuurstreefbeeld: Dotterbloemgrasland (rbbhc)

is een indicator van een goede toestand voor

Natuurstreefbeeld: Moerasspirearuigte met graslandkenmerken (rbbhf)

is een indicator van een goede toestand voor

Natuurstreefbeeld: Moerasbos van breedbladige wilgen (rbbsf)

Hoogte plant

Minimaal:
15cm
Maximaal
50cm

Licht

Min:
half schaduw
Max:
volle zon

Voedsel

Min:
matig voedselrijk
Max:
zeer voedselrijk

Bloeiperiode

Vanaf:
april
Tot:
mei

Vocht

Min:
nat
Max:
nat

Bloemkleur

geel

Bestuiving

vliegen, zweefvliegen e.a.
bijen, hommels e.a.
dag- en nachtvlinders
Areaal:

Het areaal van dotterbloem ligt in de gematigde en koude streken van het noordelijk halfrond. In Europa ontbreekt de soort enkel in de mediterrane regio. In Wallonië is dotterbloem overal nog steeds algemeen tot vrij algemeen.

Verspreiding in Vlaanderen:

Ook in Vlaanderen is dotterbloem globaal een algemene soort, met uitzondering van de kuststreek. In de Polders komt ze enkel voor op de pleistocene rand of als geïntroduceerde plant. De trendcijfers wijzen op een globale afname. Op veel plaatsen is dotterbloem teruggedrongen tot slootkanten en perceelsranden, waar ze voorheen over het hele perceel voorkwam. Dit fenomeen laat zich maar heel gedeeltelijk uit een kaartbeeld op uurhokniveau aflezen.

Legende: vierkant 1939-1971, stip 1972-2004:
Verspreidingskaart
Zaadbank:
vergankelijk (zaden overleven zelden langer dan één jaar).
Kiemperiode:
vanaf Late voorjaar
Gebruik:
geen nuttig gebruik
Bladseizoen:
zomergroen
Worteldiepte:
20cm
Levensvorm:
helofyt
hemicryptofyt
Mycorrhizen:
Blaasvormige-'arbuscular' mycorrhizen
Geslachtsverdeling:
tweeslachtig
Jarigheid:
meerjarig
Vruchttype:
doosvrucht
Vruchtkleur:
onopvallend
Verbreidingswijze:
regenballist
water
Verbreidingsstrategie:
seizonale verjonging met behulp van zaden (twijfelachtig)
zijdelingse vegetatieve voortplanting
Indigeniteit:
inheems
Herkomst:
oorspronkelijk inheems
Levensstrategie volgens Grime:
S/CSR
Grime-competitiewaarde:
1.67
Grime-stresswaarde:
6.67
Grime-ruderaliteitswaarde:
1.67
Ellenberg licht:
half-lichtplanten
Ellenberg vocht:
indicator van natte, waterverzadigde standplaatsen, maar ook bestand tegen overstromingen
Ellenberg pH:
indifferent
Ellenberg voedselrijkdom:
indifferent
Maaigevoeligheid:
maaigevoelig/matig tolerant
Ecologische amplitude:
brede amplitude
Gebondenheid aan grondwater:
natte freatofyt(obligaat)
Zuurtegraad bodem:
minimum zwak zuur tot maximum zwak basisch

Dotterbloem is een soort van natte graslanden, waarbij het water in de winter tot net onder of net boven het maaiveld komt en in de zomer zakt tot ongeveer 40-100 cm daaronder. Ze komt voor op zand, zandleem, leem of veen. Op maritieme polderklei is dotterbloem uiterst zeldzaam. Dotterbloem is vooral een hooilandsoort, maar ze kan vele jaren standhouden in begraasde percelen, omdat de natte plekken in weiland met dotterbloem vaak lange tijd niet begraasd worden. Ook in broekbossen en vochtige ruigtes voelt dotterbloem zich thuis.

Habitatrichtlijn 2:
Nee
Habitatrichtlijn 4:
Nee
Beschermd:
Nee
Sieber codes:
B3
BR3
GB3
O1
OP3
OPB3
# planten per m²:
6
Aanplanten:
In groepen van 3 tot 10
Rode lijst:
niet bedreigd
Zeldzaamheid KFK-klasse:
1129-1856 kwartierhokken
Invasieve exoot:
Nee
In samenwerking met:
Auteur atlasteksten:
Arnout Zwaenepoel
Referenties
  • Van Landuyt W., Hoste I., Vanhecke L., Van den Bremt P. Vercruysse W. & De Beer D. (red.) 2006. Atlas van de Flora van Vlaanderen en het Brussels gewest. Nationale Plantentuin en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek i.s.m. Flo.Wer vzw.

Cursussen bij Inverde

Boeken