Plat fonteinkruid is een forse grasbladige plant, vaak moeilijk te onderscheiden van Spits fonteinkruid zonder bloei. De plant heeft vaak een bruine tint en weinig vertakte, afgeplatte stengels. In doorvallend licht zijn vezelstrengetjes zichtbaar op de bladeren. De bladtop is afgerond met een spits puntje, en de tuitjes kunnen langer zijn dan tweeënhalve centimeter. De aren zijn langer gesteeld, bevatten minstens tien bloemen, en vaak geen nootjes. Plat fonteinkruid is een plant van zoet, stilstaand, sulfaatarm water.
Plat fonteinkruid is een Euraziatische soort die in Europa vooral voorkomt in Noord-, Midden- en Oost-Europa. In België ontbreekt de soort in Wallonië.
In Vlaanderen is plat fonteinkruid uiterst zeldzaam en bedreigd. Er blijven nog slechts enkele, geïsoleerde groeiplaatsen over in de Kempen en in de Zand- en Zandleemstreek. De enige vindplaatsen in de kustpolders uit de eerste karteerperiode opgenomen in de Belgische Atlas (VAN ROMPAEY & DELVOSALLE 1972) zijn twijfelachtig en werden niet overgenomen: één groeiplaats situeert zich in Nederland (Retranchement) en twee andere werden tijdens de revisieronde van 1970 zonder onderbouwing toegevoegd. Mogelijk moeten nog andere waarnemingen uit de periode 1939-1971 worden geweerd.
Plat fonteinkruid is een van de forsere grasbladige Fonteinkruiden en is zonder bloei niet altijd van Spits fonteinkruid te onderscheiden. Vaak is de plant bruin getint. De afgeplatte, scherpkantige, vaak smal gevleugelde stengels zijn weinig vertakt. De bladeren zijn tot vijf millimeter breed. Ze hebben in meerderheid vijf nerven, waarvan de buitenste dikwijls dicht langs de bladrand lopen. Behalve de nerven vertonen de bladeren, in doorvallend licht gezien, vezelstrengetjes die sterk op nerven lijken. Dit is een gezamenlijk kenmerk van Plat en Spits fonteinkruid ten opzichte van de overige grasbladige Fonteinkruiden. De bladtop is min of meer afgerond met een toegespitst puntje. De tuitjes kunnen deels langer dan tweeënhalve centimeter zijn (bij Spits fonteinkruid zijn ze altijd korter). De aren zijn langer gesteeld dan bij Spits fonteinkruid, bevatten minstens tien bloemen en zijn duidelijk meer lang dan breed. Meestal is de aarsteel naar de top enigszins verdikt. Dikwijls brengen de bloemen, of althans een deel ervan, geen nootjes voort.
Plat fonteinkruid komt voor in koel-gematigde streken van het noordelijk halfrond (in Noord-Amerika een andere ondersoort dan in Eurazië). In Nederland was het tot voor kort vrij algemeen in de zuidoostelijke helft van Friesland, in Noordwest-Overijssel, in oostelijk Zuid-Holland en het aangrenzende deel van Utrecht en Noord-Brabant, maar de laatste tijd is in deze streken een onmiskenbare achteruitgang te constateren. Elders is het zeldzaam tot zeer zeldzaam, en in Zuid-Limburg, op de Waddeneilanden en in het grootste deel van het Deltagebied ontbreekt het.
Plat fonteinkruid is een plant van zoet, stilstaand of zeer zwak stromend, ongeveer neutraal, matig carbonaat- en voedselrijk, sulfaatarm water. Gemiddeld staat het in iets voedselrijker water dan Spits fonteinkruid en in voedselarmer water dan de overige grasbladige Fonteinkruiden. Het kan zowel in ondiep als in meer dan een meter diep water groeien, maar mijdt wateren met sterke golfslag. Het meest komt het op laagveen voor, verder op venige rivierklei- en zandgrond. Plat fonteinkruid groeit in sloten en kanalen, aan de rand van veenplassen en in oude rivierlopen. In voedselrijke omgeving wijst het naar verhouding voedselarme plekken aan; in van nature voedselarme omgeving is het juist een indicator van het binnendringen van voedselrijk water. De recente achteruitgang lijkt verband te houden met het op grote schaal binnenlaten van rivierwater in streken die tot dusver door grondwater werden gevoed. Bij herhaling werd geconstateerd dat de plant na eenmaal inlaten van zulk water volledig verdwenen was, zover als de invloed van het rivierwater reikte. Vermoedelijk speelt gevoeligheid voor sulfaat een rol. Plat fonteinkruid komt dikwijls samen voor met Kikkerbeet (Hydrocharis morsus-ranae), Krabbenscheer (Stratiotes aloides), Gele plomp (Nuphar lutea), Drijvend fonteinkruid, Stijve waterranonkel (Ranunculus circinatus) en Brede waterpest (Elodea canadensis), en vertoont vooral met Krabbenscheer een frappante overeenkomst in achteruitgang.
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1991 (deel 4)
Plat fonteinkruid kan gemakkelijk verward worden met spits fonteinkruid. Het is een soort van matig voedselrijk tot voedselrijk (soms wat verontreinigd), licht zuur tot licht alkalisch, bicarbonaatrijk, zacht tot matig hard, stilstaand water van sloten, poelen en grotere plassen, turfputten, kanalen enz. De bodem van de groeiplaatsen bestaat vooral uit zandige of venige substraten, maar niet uit leem.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.