De Slanke of Middelste waterweegbree lijkt sterk op de Grote waterweegbree, maar heeft enkele onderscheidende kenmerken. Alle bladeren zijn blauwachtig en langwerpig of lancetvormig, wigvormig versmallend naar de steel. De bloei begint ongeveer een halve maand eerder en de bloemen zijn voornamelijk 's morgens open. De kroonbladen zijn gemiddeld sterker gekleurd met een duidelijke paarse tint. Slanke waterweegbree groeit aan en in ondiep, basisch, zoet tot zwak brak, vrij voedselrijk water van sloten, kanalen en afgravingen.
Het is een Euraziatische soort met hoofdverspreiding in Centraal- en Zuid-Europa. In België komt ze vooral in Vlaanderen voor. In Wallonië is ze aanwezig in meerdere districten, maar ze is er zeer zeldzaam en bedreigd (SAINTENOY-SIMON 1999).
Slanke waterweegbree is vrij zeldzaam in Vlaanderen, maar is toch in zowat alle districten aanwezig, behalve in de Duinen. De grootste concentraties bevinden zich in gedeelten van de Polders en langs de Grensmaas. Slechts ongeveer 10 % van de groeiplaatsen van voor en na 1972 bevindt zich in dezelfde uurhokken. Dat onderstreept het pionierskarakter van de soort en de onbestendige aard van haar groeiplaatsen. Bovendien geven de globale verspreidingspatronen in de beide karteerperioden een nogal verschillend beeld. In de Kempen vertoont de soort een achteruitgang, maar elders, vooral in de Polders, is er een duidelijke toename van het aantal groeiplaatsen. Globaal is het aantal uurhokken bijna verdubbeld, wat waarschijnlijk helemaal te danken is aan de betere prospectie van waterrijke terreinen en de grotere aandacht voor water- en moerasplanten tijdens de tweede kartering. De groeiplaatsen lijken nu het sterkst geconcentreerd in de Polders. Dat is deels een gevolg van de hogere dichtheid aan aquatische habitats. Het verloren gaan van de Kempense groeiplaatsen is moeilijker te verklaren.
De Slanke of Middelste waterweegbree lijkt sterk op de Grote waterweegbree, waarvan zij voornamelijk in de volgende kenmerken verschilt. Alle bladeren hebben een langwerpige of vaker lancetvormige bladschijf, die aan de voet wigvormig in de steel versmald is. De tint van het blad is dikwijls iets blauwachtig. De bloei begint omstreeks een halve maand eerder dan bij Grote waterweegbree; de bloemen zijn in hoofdzaak 's morgens open. Gemiddeld zijn de kroonbladen sterker gekleurd dan bij deze soort, steeds met een duidelijk paarse tint. De stijl is vaak zwak S-vormig gebogen. De stempelhaartjes zijn met het blote oog zichtbaar. Aan de rugzijde vertonen de vruchtjes deels één, deels twee groeven.
Slanke waterweegbree komt voor in Europa met uitzondering van het noorden, voorts in het Atlasgebied en Zuidwest-Azië. In Nederland is zij plaatselijk vrij algemeen in het holocene deel van het land, met name langs de grote rivieren en in Zuid-Holland; in het pleistocene deel is zij zeldzaam, evenals in Zeeland. In Zuid-Limburg is zij tot het Maasdal beperkt en op de meeste Waddeneilanden ontbreekt zij.
Doordat Slanke waterweegbree vaak niet (goed) van Grote waterweegbree wordt onderscheiden, staat niet vast in hoeverre de eerste in oecologisch opzicht van de tweede verschilt. Vermoedelijk staat Slanke waterweegbree niet alleen in bouw, maar ook in biotoopkeuze min of meer tussen Smalle en Grote waterweegbree in. Zij groeit aan en in ondiep, basisch, zoet tot zwak brak, vrij voedselrijk water van sloten, kanalen en afgravingen, vooral op kleigrond. Karakteristiek is het verschijnen van deze plant in krimpscheuren van de droogvallende bodem van kleiputten, al is dit beslist niet haar optimale standplaats: zij bereikt hier slechts geringe afmetingen. In ondiep water kan zij bijna even fors als Grote waterweegbree worden en soms aanzienlijk langere bladeren vormen. In tegenstelling tot deze verwant lijkt zij weinig of geen beschaduwing te verdragen. Dikwijls komt zij samen voor met Grote waterweegbree, Watertorkruid (Oenanthe aquatica), Rode waterereprijs (Veronica catenata), Grote egelskop (Sparganium erectum) en Holpijp (Equisetum fluviatile); vooral in kleiputten ook met Zwanenbloem (Butomus umbellatus). Hoe zij zich in oecologisch opzicht verhoudt tot de veel gewonere Grote waterweegbree, staat niet vast: Slanke waterweegbree wordt vaak niet herkend en de betrekkelijk schaarse waarnemingen leveren geen duidelijk beeld op.
Doordat de dagelijkse bloeiperioden van Slanke en Grote waterweegbree elkaar maar voor een klein deel overlappen, treedt zelden bastaardering van beide soorten op. De bastaard (Alisma >< rhicnocarpum) lijkt het meest op Slanke waterweegbree en is te herkennen doordat hij geen goede vruchten voortbrengt.
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1991 (deel 4)
Waterkanten, droogvallende oevers van plassen en sloten, uitdrogende sloten, ondiepe vijvers enz. vormen de groeiplaatsen van slanke waterweegbree. Op het eerste gezicht is het niet echt een kieskeurige soort, maar toch is ze veel minder algemeen dan grote waterweegbree.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.