Zeerus is een middelhoge tot hoge, heldergroene zomerbloeier. De gladde stengels zijn geheel met merg gevuld. Zowel de bladeren als de schutbladen lopen in een scherpe punt uit: Zeerus is het meest stekende gewas onder de inheemse Russen.
Zeerus vormt een grensgeval onder de zoutplanten van onze streken. Hij is beperkt tot de kuststrook en treedt het meest op de voorgrond in zoutvegetaties, maar is hierbinnen gebonden aan situaties waar zowel zout als zoet water zijn invloed doet gelden. Hij laat verstek gaan op schorren die alleen door zeewater bevochtigd worden.
Het verspreidingsgebied van Zeerus omvat Noord-Afrika (het noordelijke deel van de Sahara), het Iberisch Schiereiland, de kusten van West-Europa noordwaarts tot Zuid-Scandinavië, en de kusten van de Middellandse Zee en de Zwarte Zee. De soort is op talrijke plaatsen in de wereld ingeburgerd.
In België is Zeerus alleen waargenomen in Vlaanderen, waar de soort uiterst zeldzaam is. Er is slechts een handvol recente vindplaatsen bekend. In de meeste gevallen betreft het erg kleine populaties of zelfs maar een enkel exemplaar. Omwille van haar acute zeldzaamheid is de soort sterk bedreigd.
Zeerus is een middelhoge tot hoge, heldergroene zomerbloeier waarvan de kruipende wortelstok nu eens zeer korte, dan weer tot een centimeter lange leden vormt, zodat de plant soms dichte pollen en soms rijen van stengels vormt. De gladde stengels zijn geheel met merg gevuld en worden aan de voet omhuld door geelbruine tot donkerrode, glanzende scheden. Aan de bovenste scheden komt een rolronde, stengelachtige bladschijf tot ontwikkeling, wat bij andere Russen met schijnbaar zijdelingse bloeiwijze slechts bij uitzondering voorkomt. De scheden vertonen geen oortjes. Van de twee schutbladen aan de voet van de bloeiwijze zet één de stengel voort; meestal steekt dit schutblad boven de bloeiwijze uit. Zowel de bladeren als de schutbladen lopen in een scherpe punt uit: Zeerus is het meest stekende gewas onder de inheemse Russen. De aanvankelijk nogal compacte bloeiwijze, die uit de bovenste helft van de halm lijkt uit te treden, is eerst strokleurig en later meer reebruin van tint. Volledig uitgegroeid lijkt zij vaak tweekoppig, doordat de onderste zijtak boven de rest van de bloeiwijze uitsteekt. De bloemen staan deels afzonderlijk, deels in kluwens van twee of drie. Ze hebben aan de voet geen steelblaadjes: een verschil met de overige Russen met schijnbaar zijdelingse bloeiwijze. De zaden dragen zowel aan de top als aan de voet een witachtig aanhangsel. Of dit verspreiding door mieren ten goede komt, moet nog worden onderzocht.
Zeerus heeft een groot, maar verbrokkeld areaal: het Middellandse-Zeegebied, West-Europese kusten noordwaarts tot Schotland en Zuid-Zweden, zoutsteppen van Zuidwest-Azië en Noord-Afrika, en kustgebieden van Zuid-Australië, Nieuw-Zeeland, zuidoostelijk Zuid-Amerika en enkele delen van West- en Oost-Afrika. In Nederland is hij plaatselijk vrij algemeen in het Deltagebied en op de Waddeneilanden; verder komt hij voor aan de kust van noordelijk Noord-Holland en in de Lauwersmeerpolder, vroeger ook op enkele plaatsen tussen 's-Gravenhage en Zandvoort, maar opmerkelijk genoeg niet aan de IJsselmeerkust. In het noordoostelijke (Duits-Deense) deel van het Waddengebied heeft hij zich in de 20ste eeuw aanzienlijk naar het noorden uitgebreid.
Zeerus vormt een grensgeval onder de zoutplanten van onze streken. Hij is beperkt tot de kuststrook en treedt het meest op de voorgrond in zoutvegetaties, maar is hierbinnen gebonden aan situaties waar zowel zout als zoet water zijn invloed doet gelden. Hij laat verstek gaan op schorren die alleen door zeewater bevochtigd worden. Ook op dergelijke schorren in het Scheldegebied ontbreekt hij, hoewel het zeewater hier door rivierwater verdund wordt. Voorwaarde voor zijn optreden in zoutvegetaties is de nabijheid van zandmassa's die een reservoir vormen van waaruit zoet water de groeiplaats van Zeerus beïnvloedt. Deze Rus staat dan ook vaak op strandvlakten die grotendeels door duinen worden omringd, zoals voorkomen op enige Waddeneilanden en op Goeree. Ook groeit hij aan inhammen van de zee in duingebieden, zoals de Mokbaai op Texel, en in de tot voor kort buitendijks gelegen valleitjes in pleistocene zandduintjes bezuiden Bergen op Zoom. Ten opzichte van andere zoutplanten wordt Zeerus bevoordeeld door beweiding -- het vee laat de stekende halmen ongemoeid -- en door afzetting van aanspoelsel. Wordt een strandvlakte door dichtstuiven van de opening of door afdamming ontoegankelijk voor de zee, dan handhaaft Zeerus zich vaak goed bij de hierop volgende verzoeting, vooral in beweid terrein. Ook zijn nieuwe vestigingen bekend op ontziltende schorren, slikken en zandplaten langs voormalige zeearmen in het Deltagebied en in de Lauwersmeerpolder. Gunstige omstandigheden voor de vestiging van Zeerus in een terrein doen zich blijkbaar maar gedurende korte tijd voor: vaak zijn alle pollen op een groeiplaats even oud.
Binnendijks staat Zeerus voorts in inlagen en plaatselijk langs poldersloten. Opmerkelijk is zijn optreden in laagten in vroongronden (binnenduinweilanden) op Schouwen en Goeree, welk voorkomen wel wordt opgevat als een herinnering aan inbraken van de zee in een ver verleden. Op Texel zijn echter vestigingen uit zaad waargenomen in nieuw ontstane, vochtige tot natte valleien die in hun huidige vorm nooit onder invloed van de zee hebben gestaan en waar verstoven zeewater (salt spray) de enige zoutbron vormt. Zowel op de Goereese vroongronden als in jonge duinvalleien en aan de rand van strandvlakten treedt Zeerus samen met Knopbies (Schoenus nigricans) op. De plant wortelt diep en verdraagt aanzienlijke waterstandwisselingen, staat op sommige groeiplaatsen weleens het hele jaar met de voet in het water, maar kan ook een zekere verdroging goed doorstaan. Het oude loof blijkt een beschermende rol te spelen: na afmaaien kan Zeerus in strenge, sneeuwloze winters te gronde gaan. Tevens biedt hij in beweide omgeving bepaalde andere planten zowel steun als bescherming tegen vraat, bijvoorbeeld Zilt torkruid (Oenanthe lachenalii) en Smalle rolklaver (Lotus corniculatus subsp. tenuifolius). Als begeleiders zijn voorts te noemen Zilte rus, Melkkruid (Glaux maritima), Zilte zegge (Carex distans), Rood zwenkgras (Festuca rubra), Fioringras (Agrostis stolonifera), Zilverschoon (Potentilla anserina), Heen (Scirpus maritimus), op relatief zoete plekken Riet (Phragmites australis), Rietzwenkgras (Festuca arundinacea) en Heelblaadjes (Pulicaria dysenterica).
Op bladscheden van Zeerus groeit soms een trechtervormig, grotendeels vuilwit plaatjeszwammetje met een zwartachtige stengelvoet: het Zeerusruitertje (Marasmiellus trabutii), een van de weinige paddestoelen van zilt milieu. Het is voor het eerst beschreven uit Tunesië, waar het aan het begin van de 20ste eeuw op een gras- en een biezensoort ontdekt werd. Pas sinds de jaren zeventig is het uit Europa bekend, aanvankelijk alleen uit Nederland maar sinds kort ook van Franse en Spaanse kustgebieden. In Nederland is het aangetroffen op schorren op Goeree, Texel en Schiermonnikoog, waar het uitsluitend op Zeerus voorkomt. Voorts is het bij Zandvoort gevonden op Helm in de zeereep binnen bereik van verstoven zeewater, echter in een vorm met grotere en meer langwerpige sporen (var. longisporus). Vermoedelijk is het Zeerusruitertje niet zo zeldzaam als de schaarse vondsten suggereren: schorren zijn arm aan paddestoelen en worden daarom zelden door mycologen bezocht, bovendien leeft het Zeerusruitertje nogal verborgen aan de voet van Zeerus, die met zijn stekende bladtoppen niet erg tot diepergaand onderzoek uitnodigt! -- Een op Zeerus gespecialiseerde, pas onlangs voor Nederland ontdekte kokermot is Coleophora maritimella.
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1994 (deel 5)
Zeerus groeit op standplaatsen die zowel onder de invloed van zilt water als onder de invloed van zoet water staan. De meeste vindplaatsen liggen in schorrengebieden zoals het Zwin te Knokke en het strandreservaat 'de Baai van Heist' te Heist. Op verschillende plaatsen aan de Westkust is de soort opgedoken in duinpannen, waarschijnlijk vanuit de zaadbank.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.