Zilte zegge (Carex extensa) is een middelhoge plant met een heldere tot geelgroene kleur en zeer korte wortelstokken. Ze vormt compacte, veelstengelige pollen met oranje- tot donkerbruine, vezelige scheden. De bloeiwijze omvat een mannelijke aar en meestal twee tot vier vrouwelijke aren met driestempelige bloemen. De vrouwelijke bloemen hebben bruine kafjes met een groene kiel en een smal vliezig randje. De urntjes zijn eivormig, geelgroen met bruine stippen, en hebben een V-vormige snavel met stekeltjes.
Zilte zegge groeit in Europa (tot Zuid-Scandinavië), Zuidwest-Azië, Noord-Afrika, Madeira, en de Azoren. In Nederland is ze vrij algemeen in het Deltagebied en op de Waddeneilanden, en komt ze op sommige plekken voor langs het IJsselmeer en in het Friese en Groninger kustgebied. Ze prefereert vochtige, slibhoudende zand- of kleigronden in brakke tot zilte omgevingen. Binnen het land komt ze ook voor langs brakke kreken en in brakwaterveengebieden.
Deze zegge is een hoofdzakelijk Europese soort, die ook in aangrenzend Noord-Afrika en Azië voorkomt, maar die in Noord-Amerika vermoedelijk niet inheems is. Ze ontbreekt grotendeels in Noord-Europa, behalve in zuidelijk Fenno-Scandinavië. In deze regio en op de Britse Eilanden komt de soort bijna exclusief voor langs de kusten. In de rest van Europa komt ze ook voor in het binnenland. In Wallonië is zilte zegge zeer zeldzaam en beperkt tot het Maasdistrict.
Globaal is zilte zegge in heel Vlaanderen zeer zeldzaam. Vermoedelijk is de soort meer achteruitgegaan dan de trendindex laat vermoeden, want de potentiële habitats werden tijdens de tweede karteringsronde veel intensiever onderzocht. Momenteel is het een uitgesproken, zij het niet exclusieve kust- en poldersoort. Ook in die streken is ze zeldzaam en steeds beperkt tot kleine populaties. Binnen de kustpolders komt ze vooral voor in de oostelijke helft, waar meer zilte terreinen aanwezig zijn. Enkele onbetrouwbare, niet gedocumenteerde waarnemingen uit de westelijke helft van de Polders uit de eerste karteringsperiode (opgenomen in de Atlas van de Belgische en Luxemburgse Flora) werden verwijderd. Accidentele vroegere waarnemingen (op basis van herbarium, vooral uit de negentiende eeuw en in elk geval voor 1940) situeren zich ook het meest langs de kust en in de Polders, maar daarnaast komen ook regelmatig groeiplaatsen voor in het binnenland, vooral in het Brabants district. De groeiplaatsen in het binnenland zijn, op enkele uitzonderingen na, al voor de eerste karteringsperiode volledig verloren gegaan.
Zilte zegge is een middelhoge, helder- tot iets geelgroene plant met zeer korte wortelstok. Zij vormt compacte, veelstengelige pollen. De onderste scheden zijn oranje- tot donkerbruin, soms rood gevlekt, en vezelen. De dunne stengels zijn stomp driekantig. De scheden van tenminste de bovenste bladeren en de onderste schutbladen hebben een tongvormige antiligula. De vaak opvallend 'gerekte' bloeiwijze bestaat uit een mannelijke topaar, soms met een tweede, kleinere mannelijke aar aan de voet, en twee of vier ver uiteenstaande vrouwelijke aren met driestempelige bloemen. De schutbladen zijn korter dan de bloeiwijze en hebben een lange schede. De vrouwelijke aren staan rechtop of het onderste hangt tenslotte over. De vrouwelijke bloemen
hebben bruine kafjes met een groene kiel en een smal vliezig randje. De urntjes zijn eivormig, vier à vijf millimeter lang, geelgroen, bruin gestippeld, duidelijk generfd en toegespitst in een snavel met een V-vormige topinsnijding. De buitenkant van de snavel is met veel of weinig stekeltjes bezet en in de V-vormige insnijding staan eveneens stekeltjes (een verschil met Blonde zegge).
Zilte zegge komt voor in Europa, noordwaarts tot Zuid-Scandinavië, in Zuidwest-Azië, aan de noordrand van Afrika en op Madeira en de Azoren. In het noorden van haar areaal is zij tot de kuststreken beperkt. In Nederland is zij vrij algemeen in het Deltagebied en op de Waddeneilanden; verder staat zij plaatselijk in Zuid- en Noord-Holland, langs het IJsselmeer, in het Friese en Groninger kustgebied. Enkele vroegere vindplaatsen in Zuid-Limburg sluiten aan bij het binnenlandse voorkomen in Midden-Europa.
Zilte zegge is in ons land bijna alleen in brakke tot zilte omgeving te vinden, anders dan in Midden-Europa en zuidelijker streken, waar zij ook in zoet milieu voorkomt. De invloed van de zee op haar groeiplaatsen is gemiddeld geringer dan bij Kwelderzegge, al bestaat er een aanzienlijke overlapping in standplaats tussen beide verwanten. Zilte zegge groeit op vochtig, slibhoudend zand, ook wel op klei, op open tot grazige plaatsen. Buitendijks staat zij op strandvlakten die door duinruggen grotendeels van de zee afgeschermd worden, op plaatsen die alleen bij stormvloed overstroomd worden en die onder invloed staan van zoet water dat uit de aangrenzende duinen toevloeit. Zij treedt het meest op de voorgrond in de overgangszone tussen de duinvoet en de strandvlakten, waar zoutplanten en soorten die overwegend in zoet milieu groeien, ongeveer een gelijk aandeel in de begroeiing hebben. Eveneens talrijk is zij aan de voet van lage zandheuveltjes op strandvlakten. Grote kansen krijgt zij langs recent bedijkte zeearmen, zoals in het Deltagebied en de Lauwersmeerpolder, waar zij op ontziltende voormalige schorren en zandplaatsen plaatselijk massavegetaties vormt. In duinvalleien die ontstaan zijn door afsnoering van strandvlakten van de zee, kan zij een tijdlang standhouden in Knopbiesvegetaties, maar vooral langs paden en in beweid terrein. Binnendijks komt Zilte zegge verder voor in inlagen, langs brakke kreken en in grasland dat brak blijft door zoute kwel of doordat de ondergrond zouthoudend veen bevat. In Noordhollandse brakwaterveengebieden is zij een zeldzamer wordende plant van bermen, niet intensief gebruikte weilanden en overgangen tussen gras- en rietland. Tot ongeveer 1970 was zij in Zuid-Limburg in niet-brakke omgeving te vinden, en wel op vochtige plekken langs paden en wegen in hellingbos op de Maasdalwand. Planten, die in het kustgebied regelmatig samen met Zilte zegge optreden, zijn onder meer Zilte rus (Juncus gerardi), Melkkruid (Glaux maritima), Fioringras (Agrostis stolonifera), Aardbeiklaver (Trifolium fragiferum), Smalle rolklaver (Lotus corniculatus subsp. tenuifolius), Zilverschoon (Potentilla anserina) en Fraai duizendguldenkruid (Centaurium pulchellum). Speciaal aan de voet van duintjes op strandvlakten komt een combinatie voor van Zilte zegge met Kattendoorn (Ononis repens subsp. spinosa), Engels gras (Armeria maritima), Gewone rolklaver (Lotus corniculatus subsp. corniculatus), Gewone hoornbloem (Cerastium fontanum subsp. vulgare), Late ogentroost (Odontites vernus subsp. serotinus) en Hertshoornweegbree (Plantago coronopus).
© E.J. Weeda, Nederlandse Oecologische flora, IVN, 1994 (deel 5)
Zilte zegge is een soort van enigszins 'gestoorde' situaties in overgangsmilieus tussen nat en droog, zoet en zout of zand en klei. Ze komt vaak voor op kalkhoudende tot kalkrijke en/of zilte milieus: langs paden en sloten in zilt weiland, in begraasd grasland, hooiland, zeggenmoeras, verlaten kleigroeven, duinschorreovergangen, duinpannen, hoge schorren, alkalisch laagveen, veenmoeras e.d.
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.
Wat weet jij over natuur, natuurbeheer en -beleid? Een overzicht van onze populairste testen.